maandag 4 augustus 2014

10 augustus 2014, 8e na Drie-eenheid

Welkom bij Wat lezen we deze week!
Hier vind je elke week de Bijbel teksten die een miljoen+ mensen lezen en/of horen als ze naar de kerk gaan. Er is namelijk een leesrooster waar -alleen al in Nederland- wel 1000 kerken aan meedoen. Hun kerkgangers horen elke week hetzelfde verhaal, maar natuurlijk wel anders 'gebracht' door de dominee, priester of voorganger.

Op belangrijke (feest)dagen worden uiteraard de vaste, bijbehorende Bijbelteksten gelezen, met kerst lezen we een van de versies van de geboorte van Jezus, met Pasen over de wederopstanding en met Pinksteren over de uitstorting van de Heilige Geest. Het rooster wordt gemaakt voor 3 jaar, A, B en C en om te voorkomen de kerken om de 3 jaar hetzelfde lezen wordt ook een alternatief leesrooster gemaakt

PERIODE
10 augustus 2014, is de 8e zondag na Drie-eenheid, de weken waarin we aftellen na de Drie-eenheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest die op Pinksteren verscheen aan de leerlingen (Handelingen 2).

Het is ook de zondag van de 14 noodhelpers nood-helpers een groep heiligen die (in de Katholieke Kerk) werd gezien als genezing bespoedigers bij allerlei soorten kwalen, maar ook als beschermheilige van beroepen die vaak gerelateerd waren aan de kwalen. De Heiligen hadden ook hun eigen feestdag, maar door de 14 samen te eren werd er natuurlijk efficiënt vereerd. Een paar voorbeelden: Achatius Ararat: bij doodsangst en bij strijd en gerechtigheid. Aegidius-St-Gilles voor zogende moeders, toevallen (epilepsie) en o.a. Bezetenheid. Blasius-Sebaste voor Hals- en keelziekten, artsen en o.a. Blaasmuzikanten. Meer op: Heiligen.net/14noodhelpers


De Bach cantaten voor deze zondag zijn ''Erforsche mich, Gott, und erfahre mein Herz” (BWV 136), ''Wo Gott der Herr nicht bei uns hält'' (Koraalcantate BWV 178), “Es ist dir gesagt, Mensch, was gut ist'' (BWV 45 met een deel voor en na preek). De teksten horen bij Mattheüs 7:15-23 een stukje uit de Bergrede met de waarschuwing voor valse profeten.

Op You Tube: J.S. Bach (1685-1750) Es ist dir gesagt, Mensch, was gut ist'' (BWV 45) Uitgevoerd door het Amsterdam Baroque Orchestra & Choir onder leiding van Ton Koopman. Solisten: Bogna Bartosz, alt; Christoph Prégardien, tenoren Klaus Mertens, bas. (17m19) Link youtube

Of kijk op dit blog op 21juli13 naar J.S. Bach Cantate Koraal ''Wo Gott der Herr nicht bei uns hält'' (BWV 178) uitgevoerd door het Bach-Collegium Stuttgart, Gächinger Kantorei en Matthias Manasi, dirigent. Markuskirche in Stuttgart, Duitsland op 28Feb03 (4m44).

Of op 25juli10 naar BWV 136 door dirigent Pieter Jan Leusink en het Hollands Boys Choir (4m12 - 1m27 - 4m26 - 0m53 met Windows media player). Link Eduardvh/BWV136


TEKST(EN)
Op het Oecumenisch leesrooster staan Jona 2:2-11, Psalm 29, (Romeinen 9:1-5) en Matteüs 14:22-33. Dat las ik op 7augustus11. Op het alternatief leesrooster staat niets en ik kies deze keer voor het het verhaal van de dochter van Jefta een kleine rechter uit het gelijknamige boek.

RECHTERS
Rechters of vroeger richteren in de Nieuwe Bijbelvertaling van 2003 is het 7e boek van het Oude Testament. Rechters is een modernisering die de rol van deze mannen en een vrouw niet helemaal recht doet, het waren een soort verlossers, door god gezonden als het volk weer eens afvallig was geweest en daarvoor gestraft werd met onderdrukking door een ander volk. Bron: Statenvertaling.net. Volgens Wikipedia is het woord richter afgeleid van het woord "rechter". Deze mensen spraken recht, maar gaven ook praktische leiding. Het Hebreeuwse werkwoord betekende oorspronkelijk "handelen als Goddelijk rechter", en werd toegepast op God (Genesis 18:25), en op Mozes als speciaal gevolmachtigde wetgever en rechter in Israël (Exodus 18:13,16). De titel rechters is geleidelijk aan van toepassing geraakt op de leiders van Israël. Jefta was een van 15 Richters of rechters, 14 mannen en een vrouw (Debora). Bron: Statenvertaling/Richteren

Zijn verhaal wordt door Statenvertaling.nl zo samengevat: Jefta, als onecht, van zijn broeders verstoten zijnde, gaat wonen in het land Tob, alwaar hij zich met enig volk oefent in uittochten, vs. 1, enz. Wordt daarna van de oudsten van Gilead beroepen tot krijgsoverste tegen de Ammonieten, 5. Zulks hij onder zekere conditie aanneemt, 9. Zendt tweemaal boden tot den koning der Ammonieten om hem tot afstand van krijg te bewegen, maar tevergeefs, 12. Dies Jefta, door Gods Geest gedreven, tegen hem optrekt, en doet een onbedachte gelofte, 29. Hij slaat de Ammonieten, 32. En volbrengt zijn gelofte aan zijn dochter, 34. Bron: Statenvertaling

De onbedachte belofte van Jefta was deze: r30 Hij beloofde de HEER: ‘Als u de Ammonieten aan mij uitlevert, 31 dan zal het eerste dat me bij mijn behouden thuiskomst tegemoet komt voor u zijn; dat zal ik als brandoffer aan u opdragen.’ .. maar ojee r34 Toen Jefta terugkwam in zijn woonplaats Mispa, werd hij met reidansen en trommelspel verwelkomd. Zijn dochter ging voorop. Zij was zijn enige kind, andere zonen of dochters had hij niet. 35 Meteen toen hij haar zag scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ach mijn kind, dat jij me deze slag moet toebrengen, dat juist jij het bent die me in het ongeluk stort! Ik heb de HEER een gelofte gedaan en daar kan ik niet op terugkomen.

De naamloze dochter gaat akkoord met haar noodlot door de hand van haar vader met een verzoek: r37 Maar dit wil ik nog vragen: gun me voordat u uw gelofte ten uitvoer brengt nog twee maanden tijd, zodat ik met mijn vriendinnen de bergen in kan trekken om erover te treuren dat ik nooit iemands vrouw zal zijn.’ 39 Toen die twee maanden voorbij waren keerde ze naar haar vader terug, en hij bracht zijn gelofte ten uitvoer. Nooit had ze met een man geslapen. Sindsdien is het in Israël de gewoonte 40 dat de jonge meisjes elk jaar vier dagen lang rouwklagen om Jefta’s dochter.

En hij doet het ook nog, met instemming van zijn dochter! 

Het rouwklagen vindt plaats op midwinter wanneer in de Joodse traditie de dood en opoffering van Jefta's dochter worden herdacht. Zie ook Muziek tip2 Carissimi. 
Volgens de website Ritualwell/Jephthahs-daughter-lament is het een van de oudste vrouwengroep rituelen die bekend is.

Muziek tip: Georg Friedrich Händel (1685-1759) Duits, maar werkte vooral in Engeland. Hij schreef 29 oratoria en 120 cantates en opera's. Handel schreef zijn laatste Oratorium (HWV 70) over dit Bijbelverhaal. Hier uitgevoerd door John Mark Ainsley, tenor. Michael George Zebul, bass. Catherine Storge Denley, mezzo-soprano. Iphis, de dochter Christiane Oelze, soprano. Hamor, Axel Köhler, counter tenor. Engel, Julia Gooding, sopraan. Rias Kammerchor. Akademie Für Alte Music Berlin en Marcus Creed dirigent.(2u40m) Link: youtube

Muziek tip 2: Jephte van Giacomo Carissimi (1605-1674), uitgevoerd door Capilla del Hospital Niño Jesús in Madrid, Spanje in 2012. (23m10) Link: youtube Deze Jefta tekst in het Nederlands bij een uitvoering: Thomaskerk (pdf)

Muziek tip3 Ernst Toch (1887-1964) een Joods Duitze moderne 20ste Eeuwse componist noemde zijn 5e Symfonie Jefta, maar ik kon geen video's of MP3 vinden. Link: Wikipedia/ErnstToch

Schilderij 1: de ontmoeting van Jefta en zijn dochter door Benvenuto di Giovanni (1436–1518), circa 1470. Tempera, eierverf op paneel. Nu in een Privé collectie. Link Wikimedia/BenvenutodiGiovanni

Schilderij2 van Jefta's dochter door reverend Angela Yarber Haar visie op de Bijbeltekst a “text of terror” en de achtergrond voor het schilderij -in het Engels- op haar blog Feminismandreligion Link doek Jephthahs-daughter

Leestip: Ik ben nooit zo goed in verwijzingen naar literaire werken maar Joost van den Vondels Jefta of offerbelofte uit 1659 is onderdeel van onze culturele geschiedenis en mag hier niet ontbreken. Joost van den Vondel (1587–1679) was een Nederlandse dichter en toneelschrijver wiens productie vele genres omvat, waaronder gelegenheidsepiek. Bron: Wikipedia. Op de prachtige website Bijbelencultuur staat een uitgebreide beschrijving van Vondels Jefta met enkele verzen met een uitleg waarom Vondel zich artistieke vrijheden veroorlooft. De focus is echter op Jefta en niet op zijn dochter en zijn noodlottige keuze voor de moord op zijn dochter. Vondel is niet mals in zijn oordeel: t’aanschouwen dan deez’ schelmse dochterslachter, aartsmoordenaar, bloedschender, wetverachter, die naar de mond der wetgeleerden, noch
Gods priesters niet wou luisteren. Meer op Bijbelencultuur/Joost-van-den-Vondel-Jeptha

Mensenoffers in Israël 
(Want) Mensenoffers waren door de God van Israël streng verboden. Bij de omringende volkeren kwamen ze veel voor ... Volgens Leviticus 27:4 kon een mensenoffer worden vervangen door betaling in geld. Bron: Wikipedia Jefta. Schrijnend is de 'waardering' van mensenlevens, maar vandaag de dag wordt dat in smartegeld procedures nog steeds gedaan

LEVITICUS 27:1-8
1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer iemand de HEER de tegenwaarde van een mensenleven belooft, 3 worden de volgende bedragen berekend: Het vaste bedrag voor een man tussen de twintig en de zestig jaar is vijftig sjekel zilver, berekend volgens het ijkgewicht van het heiligdom. 4 Voor een vrouw geldt een bedrag van dertig sjekel. 5 Gaat het om iemand tussen de vijf en de twintig jaar, dan geldt er een bedrag van twintig sjekel voor een jongen en tien voor een meisje. 6 Bij kinderen tussen één maand en vijf jaar geldt er een bedrag van vijf sjekel voor een jongen en drie voor een meisje. 7 Bij mensen van zestig jaar en ouder geldt er een bedrag van vijftien sjekel voor een man en tien voor een vrouw. 8 Als degene die de gelofte heeft afgelegd zich het vastgestelde bedrag niet kan veroorloven, moet hij de persoon in kwestie aan de priester voorleiden. De priester stelt dan een ander bedrag voor, rekening houdend met wat degene die de gelofte heeft afgelegd zich kan veroorloven.

RECHTERS 11:11-40
1 Nu was er in die tijd een zekere Jefta, een krijgshaftig man, afkomstig uit Gilead. Hij was door zijn vader Gilead verwekt bij een hoer, 2 maar Gilead had ook zonen bij zijn eigen vrouw. Toen die volwassen waren, hadden ze Jefta weggejaagd met de woorden: ‘Jij krijgt geen erfdeel uit het bezit van onze vader, want je bent de zoon van een andere vrouw.’ 3 Jefta had voor zijn broers de wijk moeten nemen en zich gevestigd in Tob. Daar sloot zich een stel avonturiers bij hem aan, die met hem erop uittrokken. 4 Enige tijd nadat de Ammonieten hun kamp hadden opgeslagen in Gilead, bonden ze de strijd aan met Israël. 5 Toen de oorlog eenmaal was uitgebroken, gingen de oudsten van Gilead naar Tob om Jefta terug te halen. 6 ‘Kom terug,’ zeiden ze tegen hem, ‘en wees onze aanvoerder in de strijd tegen de Ammonieten.’ 7 Maar Jefta zei: ‘Uit minachting hebt u mij uit het huis van mijn vader verdreven. En nu u in het nauw zit, komt u bij mij?’ 8 ‘U hebt gelijk,’ antwoordden de oudsten van Gilead. ‘Maar nu willen we ons met u verzoenen. Als u met ons meegaat en de strijd aanbindt met de Ammonieten, komt u aan het hoofd te staan van heel Gilead.’ 9 Jefta antwoordde: ‘Als u me terughaalt om de strijd aan te binden met de Ammonieten en als de HEER ze in mijn macht geeft, mag ik dus uw leider zijn?’ 10 ‘Daar kunt u op rekenen,’ zwoeren ze. ‘Het zal gebeuren zoals u zegt, de HEER is onze getuige.’ 11 Jefta ging met de oudsten mee naar Gilead, waar hij door het volk tot aanvoerder en leider werd aangesteld. En in Mispa herhaalde hij ten overstaan van de HEER nog eens alles wat hij had gezegd. Jefta slaat de Ammonieten terug 

29 Toen werd Jefta gegrepen door de geest van de HEER. Hij trok door heel Gilead en Manasse, ging daarna weer terug naar Mispa in Gilead en trok van daar op tegen de Ammonieten. 30 Hij beloofde de HEER: ‘Als u de Ammonieten aan mij uitlevert, 31 dan zal het eerste dat me bij mijn behouden thuiskomst tegemoet komt voor u zijn; dat zal ik als brandoffer aan u opdragen.’ 32 Toen trok hij op tegen de Ammonieten en bond de strijd met hen aan, en de HEER leverde ze aan hem uit. 33 Jefta sloeg hen terug van Aroër tot Minnit en Abel-Keramim en nam daarbij niet minder dan twintig steden in. Zo bracht hij een zware nederlaag toe aan de Ammonieten, die het hoofd moesten buigen voor de Israëlieten. 34 Toen Jefta terugkwam in zijn woonplaats Mispa, werd hij met reidansen en trommelspel verwelkomd. Zijn dochter ging voorop. Zij was zijn enige kind, andere zonen of dochters had hij niet. 35 Meteen toen hij haar zag scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ach mijn kind, dat jij me deze slag moet toebrengen, dat juist jij het bent die me in het ongeluk stort! Ik heb de HEER een gelofte gedaan en daar kan ik niet op terugkomen.’ 36 ‘U hebt de HEER een gelofte gedaan, vader,’ antwoordde ze. ‘Nu hij u gewroken heeft op uw vijanden, de Ammonieten, moet u met mij doen zoals u hebt beloofd. 37 Maar dit wil ik nog vragen: gun me voordat u uw gelofte ten uitvoer brengt nog twee maanden tijd, zodat ik met mijn vriendinnen de bergen in kan trekken om erover te treuren dat ik nooit iemands vrouw zal zijn.’ 38 ‘Goed,’ zei Jefta, en hij liet haar voor twee maanden de bergen in gaan om met haar vriendinnen om haar maagdelijkheid te treuren. 39 Toen die twee maanden voorbij waren keerde ze naar haar vader terug, en hij bracht zijn gelofte ten uitvoer. Nooit had ze met een man geslapen. Sindsdien is het in Israël de gewoonte 40 dat de jonge meisjes elk jaar vier dagen lang rouwklagen om Jefta’s dochter.
Nieuwe Bijbelvertaling. Link naar de hele tekst: NBV

Liever luisteren?
Ali Molenaar-Mudde (1941) uit Rhoon op voorleesbijbel. Of ga naar downloadbijbel Rechters is het 7e boek van het Oude Testament.

Liever live?
Kijk op churchatwork voor een dienst bij u in de buurt.

Preek van Coen Wessel predikant voor de Protestantse gemeente te Hoofddorp. Over Jefta De eerste reactie op een verschrikkelijk bericht is de ontkenning. Het mag niet waar zijn dat zoiets in de bijbel staat en dus is het niet waar. In verschillende uitlegtradities wordt daarom geprobeerd het verhaal anders af te laten lopen. In protestantse kinderbijbels wordt de dochter van Jefta een vrouw die haar leven voortaan aan God bij de tempel wijdt, als een meer symbolisch offer. “Ze heeft toen ze in de bergen was, haar zaak aan een rechtbank voorgelegd” probeert een andere traditie te lezen. Naar eigen zeggen een van zijn favoriete preken. Link CoenWessel/Jefta

Op You Tube: in het Engels Jacked up Bible Verses Human Sacrifice Jephta's Daughter Judges door (leek maar wel verfrissend direct) SepiaSiren (9m55) Link youtube


Spiegelverhalen
Er is een sterk contrast met het bekende verhaal van Isaac die bijna door zijn vader Abraham wordt geofferd in Genesis 22:1-19 (hieronder). God stelt Abraham op de proef en draagt hem op om zijn zoon te offeren, maar weerhoud hem wel op het laatste moment door een engel te sturen om het mes tegen te houden. Ook Abrahams andere zoon Ismaël wordt door Goddelijk ingrijpen gered in NBV Genesis 21:1-21 r12 Maar God zei tegen hem (Abraham): ‘Je hoeft je niet bezwaard te voelen vanwege de jongen of je slavin. Alles wat Sara je vraagt moet je doen, want alleen de nakomelingen van Isaak zullen gelden als jouw nageslacht. 13 Maar ook uit de zoon van je slavin zal ik een volk doen voortkomen, omdat ook hij een kind van je is.’ 4 De volgende morgen vroeg nam Abraham brood en een zak water, legde dat op Hagars schouder, gaf haar ook het kind mee en stuurde haar weg. Ze trok de woestijn van Berseba in en doolde daar rond. 15 Toen het water uit de zak op was, liet ze haar kind onder een struik achter. 16 Zelf ging ze een eindje verderop zitten, op een boogschot afstand, omdat ze niet kon aanzien hoe haar kind stierf. En terwijl ze daar zo zat, huilde ze bittere tranen. 17 Maar God hoorde de jongen kermen, en een engel van God riep Hagar vanuit de hemel toe: ‘Wat is er, Hagar? Wees niet bezorgd: God heeft je jongen, die daar ligt te kermen, gehoord. 18 Sta op, help de jongen overeind en ondersteun hem. Ik zal een groot volk uit hem doen voortkomen.’ 19 Toen opende God haar de ogen en zag ze een waterput. Ze liep ernaartoe, vulde de waterzak en gaf de jongen te drinken. 20 God beschermde de jongen, zodat hij voorspoedig opgroeide. Hij leefde als boogschutter in de woestijn. 21 Hij ging in de woestijn van Paran wonen, en zijn moeder koos een Egyptische vrouw voor hem uit.

GENESIS 22:1-19
Abraham op de proef gesteld
1 Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. ‘Abraham!’ zei hij. ‘Ik luister,’ antwoordde Abraham. 2
‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga met hem naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die ik je wijzen zal.’ 3 De volgende morgen stond Abraham vroeg op. Hij zadelde zijn ezel, nam twee van zijn knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, hakte hout voor het offer en ging op weg naar de plaats waarover God had gesproken. 4 Op de derde dag zag Abraham die plaats in de verte liggen. 5 Toen zei hij tegen de knechten: ‘Blijven jullie hier met de ezel. Ikzelf ga met de jongen verder om daarginds neer te knielen. Daarna komen we naar jullie terug.’ 6 Hij pakte het hout voor het offer, legde het op de schouders van zijn zoon Isaak en nam zelf het vuur en het mes. Zo gingen zij samen verder. 7 ‘Vader,’ zei Isaak. ‘Wat wil je me zeggen, mijn jongen?’ antwoordde Abraham. ‘We hebben vuur en hout,’ zei Isaak, ‘maar waar is het lam voor het offer?’ 8 Abraham antwoordde: ‘God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn jongen.’ En samen gingen zij verder. 9 Toen ze waren aangekomen bij de plaats waarover God had gesproken, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout erop, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, op het hout. 10 Toen pakte hij het mes om zijn zoon te slachten. 11 Maar een engel van de HEER riep vanuit de hemel: ‘Abraham, Abraham!’ ‘Ik luister,’ antwoordde hij. 12 ‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.’ 13 Toen Abraham opkeek, zag hij een ram die met zijn horens verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. 14 Abraham noemde die plaats ‘De HEER zal erin voorzien’. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: ‘Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.’
15 Toen sprak de engel van de HEER opnieuw vanuit de hemel tot Abraham. 16 Hij zei: ‘Ik zweer bij mijzelf – spreekt de HEER: Omdat je dit hebt gedaan, omdat je mij je zoon, je enige, niet hebt onthouden, 17 zal ik je rijkelijk zegenen en je zoveel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en zandkorrels op het strand langs de zee, en je nakomelingen zullen de steden van hun vijanden in bezit krijgen. 18 En alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jouw nakomelingen. Want jij hebt naar mij geluisterd.’
Link naar de hele tekst: NBV

Liever luisteren?
Henk Rusch uit Emmeloord, Onderwijskundige voorleesbijbel


GEBED
Vast onderdeel van de afsluiting van een kerkdienst is een gebed en het (gezamenlijk) uitspreken van het 'Onze Vader' Het gebed dat Jezus heeft geleerd in Mattheus 6:9-13. Deze keer kies ik voor het slotdeel van Carissimi's oratorium over Jefta en zijn dochter (Muziektip 2)

Aldus trok Jefta’s dochter de bergen in en ze treurde met haar vriendinnen om haar maagdelijkheid. Ze sprak:

Jefta's dochter (Sopraan)
Huil, bergen en treur om mij, dalen,
jammer om mijn terneergeslagen hart

Echo
(Duet: Sopraan I en II)
Jammer ...

Jefta's dochter (Sopraan)
Want ziet, als maagd moet ik sterven
zonder kinderen
om mijn dood te bewenen
Bossen zucht, en bronnen, rivieren,
pleng tranen
om een vroeggestorven meisje!

Echo (Duet: Sopraan I en II)
Tranen ...

Jefta's dochter (Sopraan)
Wee mij, die rouwt
om de vreugde van het volk,
om Israels zege
en om mijn vaders roem.
Ik kinderloze maagd, enige dochter,
zal niet leven maar sterven!
Ach rotsen beeft,
En bergtoppen, sta verstomd!
Valleien, spelonken, laat een
huiveringwekkend gedruis
wederklinken!
Echo (Duet: Sopraan I en II)
Wederklinken …

Jefta's dochter (Sopraan)
Huil Israelieten,
huil om mijn maagdelijkheid
en jammer luid je smartelijk lied
om Jefta's enige dochter


Slotkoor
Israelieten, huil,
alle meisjes, huil
en jammer luid je smartelijk lied
om Jefta's enige dochter

Bron: Jephte van Giacomo Carissimi (1605-1674). De Latijnse tekst werd in het Nederlands vertaald voor het dienstboekje bij een uitvoering in de Thomaskerk (pdf) op 6nov11. Met Nienke Oostenrijk, de dochter; Arco Mandemaker, Jephte; Maria Goetze, sopraan; Rozemarijn Kalis, sopraan II; Annette Vermeulen, sopraan III; Wiecher Mandemaker, tenor/ dirigent; Adrian Fernandes, tenor II; Andreas Goetze, bas en Arjen Leistra op het orgel.

VOLGENDE WEEK
17 augustus 2014, 9e na Drie-eenheid
Op het Oecumenisch leesrooster staan: Jesaja 56:1-7, Psalm 67, (Romeinen
11:13-24) en Matteüs 15:21-28. Dat las ik op 14augustus11.

Op het alternatief leesrooster staat niets, ik weet nog niet wat ik lees. Iets blijers hoop ik.

Contact: Reactie en opmerkingen graag naar
watlezenwedezeweek @ yahoo.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten