dinsdag 28 januari 2014

2 februari 2014, 4e van de Epifanie en Maria Lichtmis

Welkom bij Wat lezen we deze week!
Hier vind je elke week de Bijbel teksten die een miljoen+ mensen lezen en/of horen als ze naar de kerk gaan. Er is namelijk een leesrooster waar -alleen al in Nederland- wel 1000 kerken aan meedoen. Hun kerkgangers horen elke week hetzelfde verhaal, maar natuurlijk wel anders 'gebracht' door de dominee/priester.

Op belangrijke (feest)dagen worden uiteraard de vaste, bijbehorende Bijbelteksten gelezen, met kerst lezen we een van de versies van de geboorte van Jezus, met Pasen over de wederopstanding en met Pinksteren over de uitstorting van de Heilige Geest. Het rooster wordt gemaakt voor 3 jaar, A, B en C en om te voorkomen de kerken om de 3 jaar hetzelfde lezen wordt ook een alternatief leesrooster gemaakt

PERIODE
2 februari 2014, is de 4e zondag van de Epifanie, de openbaring dat Jezus Christus de zoon van God is. Het is ook Maria Lichtmis of de Opdracht van de Heer in de tempel. Een mis naar het verhaal van Lukas 02:21-40 ofwel r21 Nadat de acht dagen voorbij waren en men Hem moest besnijden, ontving Hij de naam Jezus, zoals Hij door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen. 22 Toen de tijd aanbrak, waarop zij volgens de Wet van Mozes gereinigd moesten worden, brachten zij het kind naar Jeruzalem om het aan de Heer op te dragen, 23 volgens het voorschrift van de Wet des Heren: 'Elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden toegeheiligd', 24 en om volgens de bepaling van de Wet des Heren een offer te brengen, namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven. Link Heiligennet Hierna komt het verhaal van Simeon en Hanah dat ik las op 12januari2014

De Bach cantate voor Maria Lichtmis is cantate 125 ''Mit Fried und Freud ich fahr dahin”. Op You Tube Uitgevoerd door de Stichting Bachcantates Tilburg op 17dec12. De stichtng werkt met een projectkoor en -orkest en oefent alleen op de dag van de uitvoering (Scratchmethode). De Stichting doet elke 2 maanden een uitvoering in de Heikese Kerk, Tilburg (25m10). Nb De laatste uitvoering was 26jan14, meer op Bachcantates Link youtube Zie ook Concerttips.

De Bach cantate voor deze zondag zijn ''Jesus schläft, was soll ich hoffen?'' (BWV 81) en ''Wär Gott nicht mit uns diese Zeit'' (Koraalcantate BWV 14). De teksten horen bij Mattheüs 8:23-27 waarin Jezus de storm stilt.

Op You Tube: J.S. Bach (1685-1750) “Wär Gott nicht mit uns diese Zeit” (BWV 14) uitgeboerd door het Monteverdi Choir en de English Baroque Soloists onder leiding van John Eliot Gardiner. Solisten: Joanne Lunn sopraan, Paul Agnew tenor en Peter Harvey bas.
Koor:
Wär Gott nicht mit uns diese Zeit
Aria (sopraan): Unsre Stärke heißt zu schwach

Recitatief (tenor):
Ja, hätt es Gott nur zugegeben
Aria (bss):
Gott, bei deinem starken Schützen
Koraal:
Gott Lob und Dank, der nicht zugab (18m). Link youtube

Of op dit blog 3feb13 BWV 91 'Jesus schläft, was soll ich hoffen?', zonder de uitvoerenden (3m41)

Of op dit blog op 29jan12 naar een aria uit "Jesus schläft, was soll ich hoffen?" (BWV 81) door de J. S. Bach-Stiftung en tenor: Bernhard Berchtold. Uitvoering in de Evangelischen Kirche in Trogen, Zwitserland. (3m17)

De tekst van de aria
Die schäumenden Wellen von Belials Bächen Verdoppeln die Wut. Ein Christ soll zwar wie Felsen stehn, Wenn Trübsalswinde um ihn gehn, Doch suchet die stürmende Flut Die Kräfte des Glaubens zu schwächen. 
De complete tekst op webdocs.cs.ualberta.ca
Of kijk op dit blog op 30jan11 naar J.S. Bach - Cantata "Wär Gott nicht mit uns diese Zeit" BWV 14 (1/2) Tekstschrijver onbekend, de tekst staat onder de video. 'Unsre Stärke heißt zu schwach' vanaf 5m42. Amsterdam Baroque Orchestra, dirigent Ton Koopman. (10m08) In 2 delen.

Concert tips
Deze week wordt in twee kerke de traditionele Maria Lichtmis cantate 125 gezongen ''Mit Fried und Freud ich fahr dahin”.
Zo2feb14 om 19.30 uur in de Geerteke, Geertebolwerk, Utrecht. Uitgevoerd door Gerrit Maas en het koor en orkest voor de Bachcantatediensten Link Utrechtse Bachcantatediensten
Zo2feb14 om 17uur in de Nieuwe Kerk, Nieuwe Kerkhof, Groningen. Uitgevoerd door Jelte Hulzebos en het Cantate Consort & Barokorkest Link Nieuwe Kerk


TEKST(EN)
Op het alternatief leesrooster staan deze week geen teksten, en op het gewone leesrooster: Sefanja 2:3-3:9-13, Psalm 37:1-11, (1 Korinthiërs 1:18:31), Matteüs 5:1. Dat las ik op 30januari11 (zonder de brief aan de Korinthiërs). Het lied is 996 ''Om eenvoudigen van geest'' bij Matteüs 5:1. Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. ''Het lied ‘Om eenvoudigen van geest’ volgt de bijbeltekst, maar maakt daarvan een gebed en zo wordt de zanger anders betrokken bij de inhoud. Uiteindelijk bidden wij met de woorden van de laatste regel van elke strofe om genezing van het kwaad, van bedrog, van blindheid en van onszelf!''. Bron toelichting op de gezangen.

Deborah in Richteren
Ik lees weer over een Bijbelse vrouw, het thema van het Alternatief Leesrooster in de Advent, Deborah. Zij was een profetes uit het boek Richteren vroeger Rechters. Haar naam betekent “zoemende honingbij” of “woordse”. Debora, getrouwd met Lappidot, leefde tussen 1200 en 1100 voor Christus tijdens de heerschapij van de wrede koning Jabin van Kanaän. Dat Jabin heerste over de Israelieten, was een straf van God (Richters 4:1-4).
Het verhaal van Deborah staat in Richteren, het 7e boek van het Oude Testament. Het beschrijft de geschiedenis van Israel tijdens de Richters, rechters tijdens vredige perioden en militair leiders in onrustige tijden. Debora is de vierde richter over Israël en sprak recht onder haar Deborapalm tussen de plaatsen Rama en Bethel (bekend door Jakob (sladder) in Genesis 12 en 13. Toen lag het in het gebied van de stam van Benjamin, later Juda en nu de Westelijke Jordaan, Palestina. Bethel, nu Beitel, ligt vlakbij Jeruzalem. Debora's verhaal staat 2 keer in Richteren: in boekrol 4 in proza en in 5 als lied. Het vertelt over de beslisssende strijd tussen Barak, Richter (militair) leider van de Israelieten en koning Jabin.

Debora profeteerde dat Barak met 10.000 man moest optrekken tegen Jabins legeroverste Sisera en zou winnen. Barak zei dat Debora dan wel met hem mee moest gaan. Dat deed ze en profeteerde dat de eer van de overwinning niet naar hem maar naar een vrouw zou gaan. Niet naar haar zoals wellicht nu verwacht. Barak versloeg Sisera en deze vluchtte naar de tent van een vermeende bondgenoot. Diens vrouw, Jaël, doodde Sisera door een tentpin door zijn hoofd te slaan toen hij lag te slapen. Jael was de echtgenote van de Keniet Cheber, een militair bondgenoot van Sisera. In de Joodse traditie was Jaël een ger, bekeerling tot het jodendom. Bron: Wikipedia/Debora

Kunst tip: Deborah de Profeet onder haar palm, in een ets van Marc Chagall (Rusland 1887-1985 Parijs). Circa 1931-1939, afgedrukt 1939 in 100 gesigneerde en genummerde met de hand in gekleurde etsen en 295 in zwart en wit. Nu in Musée National Message Biblique Marc Chagall (1977) en Marc Chagall Druckgraphik (Westfalisches Landesmuseum fur Kunst und Kulturgeschichte Münster, 1985) ZW Exemplaar te koop! $4500. (nr H. 327, S. 249). Links: Spaightwoodgalleries/Chagall Debora (zwart wit) met wat waterverf inkleuring Chagall-etching-deborah-the-prophetess

Kunst tip2 De nogal gruwelijke moord op Sisera is uiteraard ook vaak verbeeld o.a. door James Tissot (1836-1902, Franse kunstenaar) Circa 1896-1902 Gouache (dekkende waterverf) Nu in The Jewish Museum op 5th Avenue New York, USA Link Tissot Jael & Sisera.

Richteren 4:1-23
1 Na de dood van Ehud deden de Israëlieten weer wat slecht is in de ogen van de HEER. 2 Daarom leverde de HEER hen uit aan koning Jabin van Kanaän, die regeerde in Hasor. Diens legeraanvoerder heette Sisera; hij had zijn legerkamp in Charoset-Haggojim. 3 Jabin beschikte over negenhonderd ijzeren strijdwagens en heerste met harde hand over Israël, wel twintig jaar lang. Daarom riepen de Israëlieten de HEER te hulp.

4 In die tijd was een zekere Debora rechter over Israël. Deze Debora, de vrouw van Lappidot, was profetes. 5 Ze hield zitting onder de Deborapalm tussen Rama en Betel, in het bergland van Efraïm, en daar kwamen de Israëlieten haar hun rechtsgeschillen voorleggen. 6 Debora liet Barak, de zoon van Abinoam, afkomstig uit Kedes in Naftali, bij zich komen en zei tegen hem: ‘De HEER, de God van Israël, gebiedt u: “Trek met tienduizend man uit de stammen Naftali en Zebulon op naar de Tabor. 7 Dan zal ik Jabins legeraanvoerder Sisera met al zijn strijdwagens en soldaten laten optrekken tot in het dal van de Kison en hem aan je uitleveren.”’ 8 ‘Als u meegaat, zal ik gaan,’ antwoordde Barak, ‘maar als u niet meegaat, ga ik niet.’ 9 ‘Goed,’ zei Debora, ‘ik zal met u meegaan. Maar let wel, u zult geen eer behalen aan deze veldtocht, want de HEER zal Sisera uitleveren aan een vrouw.’ Zo besloot Debora met Barak mee te gaan op zijn veldtocht naar Kedes. 10 Barak riep de mannen van Zebulon en Naftali onder de wapenen en trok aan het hoofd van tienduizend man naar Kedes op. Debora ging met hem mee.

11 In de buurt van Kedes had een zekere Cheber zijn tenten opgeslagen bij de eik in Saänannim. Deze Cheber was een Keniet die zich had afgescheiden van zijn stamgenoten, nakomelingen van Mozes’ schoonvader Chobab.

12 Sisera kreeg bericht dat Barak de Tabor was opgegaan. 13 Daarom riep hij zijn soldaten onder de wapenen en trok met al zijn negenhonderd ijzeren strijdwagens en zijn hele leger vanuit Charoset-Haggojim op naar het dal van de Kison. 14 Debora spoorde Barak aan: ‘Vooruit! Vandaag levert de HEER Sisera aan u uit. Hij zal voor u uit gaan.’ Toen kwam Barak de Tabor af met tienduizend man achter zich aan. 15 Op het moment dat de manschappen van Sisera Barak zagen verschijnen, zaaide de HEER paniek onder hen en ontstond er grote verwarring. Sisera sprong van zijn wagen en maakte zich uit de voeten. 16 Barak achtervolgde de strijdwagens en de soldaten tot in Charoset-Haggojim. Alle soldaten van Sisera sneuvelden; niet een bleef er in leven.

17 Sisera vluchtte te voet naar de tent van Jaël, de vrouw van de Keniet Cheber, want hij wist dat er een bondgenootschap bestond tussen de familie van Cheber en koning Jabin van Hasor. 18 Jaël kwam hem tegemoet en zei: ‘Kom binnen, heer, kom binnen. Wees niet bevreesd.’ Hij ging bij haar de tent binnen en zij verborg hem onder een deken. 19 ‘Geef me wat water te drinken,’ vroeg hij, ‘ik heb zo’n dorst.’ Jaël opende een melkzak, gaf hem te drinken en dekte hem weer toe. 20 Toen zei hij: ‘Ga in de tentopening staan. Als er dan iemand komt vragen of er een man bij u is, moet u zeggen: “Nee, er is hier niemand.”’ 21 Jaël nam een tentpin en een hamer en sloop de tent binnen. Ze sloeg, terwijl hij daar uitgeput in slaap lag, de tentpin dwars door zijn hoofd de grond in, zodat hij stierf. 22 Op dat moment kwam Barak eraan, op jacht naar Sisera. Jaël ging hem tegemoet en zei: ‘Kom, ik zal u de man
laten zien die u zoekt.’ Barak ging met haar naar binnen – en daar lag Sisera, dood, met de tentpin door zijn hoofd.

23 Zo bracht God koning Jabin van Kanaän in zijn strijd met de Israëlieten een zware nederlaag toe. 24 Daarna wist Israël koning Jabin steeds verder terug te dringen, totdat ze hem hadden vernietigd.
Nieuwe Bijbelvertaling. Link naar de tekst Richteren4

Liever luisteren?
Bert Jan van de Lagemaat & Leny Stehouwer op voorleesbijbel Of ga naar downloadbijbel Richteren is het 7e boek van het Oude Testament.

Liever live?
Omdat het niet op het oecumenisch of alternatief leesrooster staat is er weinig kans. In Synagoges werd het 11januari14 gelezen. Kijk op churchatwork voor een dienst bij u in de buurt.

Preek van dominee Robert-Jan van Amstel voor de Gereformeerde Kerk “Bethelkerk” in Barendrecht op 26 juli 2009. In de prekenserie “De Ongehoorde Bijbel”: Jaël en Deborah. Als we dus bladeren in Richteren, zoals vanmorgen, dan hebben we te maken met profetische geschiedschrijving. ... Het boeken Richteren in het grote raamwerk van Jozua tot en met 2 Koningen gevolgd door de grote profeten Jesaja, Jeremia en Ezechiël wil vertellen hoe je bevrijd en bevrijdend kunt leven voor Gods Aangezicht. Leef jij, leeft u, leef ik het Woord van God? Dat is een van de grote levensvragen van de bijbe

Op You Tube: In het Engels, Biblical women Deborah a Judge a prophetes. Door Paul Mayne Rancho Cucamonga, California, United States. Teachet at SaintPaulMinistries (website offline) zie ook slideshare en You Tube Channel +300 uploads. (7m27) Link youtube


GEBED
Vast onderdeel van de afsluiting van een kerkdienst is een gebed en het (gezamenlijk) uitspreken van het 'Onze Vader' Het gebed dat Jezus heeft geleerd in Mattheus 6:9-13. Deze keer kies ik voor het loflied dat debora zingt met Barak in Richteren 5. Door demeerdere Loof de Heer zinsneden en de slotregel is het ook een gebed 31 HEER, laat zo al uw vijanden ten onder gaan, en maak wie u liefhebben onstuitbaar als de opgaande zon.’

Die dag zongen Debora en Barak, de zoon van Abinoam, dit lied:
2 ‘Loof de HEER, omdat Israël zijn haren dreigend loswierp,loof de HEER, omdat Israël zich meldde voor de strijd. 3 Koningen en vorsten, luister en hoor toe hoe ik de HEER bezing, een lied zing voor de HEER, de God van Israël. 4 HEER, de aarde beefde toen u voortschreed vanuit Seïr; toen u optrok vanuit Edom stortte water uit de hemel en de wolken neer. 5 Voor de heerser van de Sinai wankelden de bergen, voor u, HEER, u, de God van Israël.

6 Onder Samgar, de zoon van Anat, in de tijd van Jaël, begaf geen karavaan zich nog op weg. Wie toch op reis moest, nam de kronkelpaden. 7 Aanvoerders ontbraken, het land kende geen leiding totdat jij, Debora, kwam en Israël tot leidsvrouw werd. 8 Verkoos men andere goden, dan stond de vijand voor de poorten; ons leger telde veertigduizend man, maar van schild of speer geen spoor.

9 Loof de HEER! Ik dank hen die niet aarzelden de strijders aan te voeren. 10 Reizigers, gezeten op gezadelde ezelinnen, en ook jullie die te voet moeten gaan, 11 overstem met je verhalen het geklets bij de bronnen en laat ieder bij het drenken zingen van de HEER die overwon, van de overwinning door zijn aanvoerders voor Israël behaald. Daar trok het volk van de HEER ten strijde, voorwaarts vanuit de steden. 12 Ga voorop, Debora, vuur ons aan en zing een lied! Barak, val aan! Grijp de vijand, jij zoon van Abinoam! 13 Daar trokken toen de ware aanvoerders ten strijde, het volk van de HEER trok met zijn helden op. 


14 Uit Efraïm kwamen zij die in Amalek wonen en voegden zich bij jou en je verwanten, Benjamin. Uit Machir kwamen aanvoerders, uit Zebulon de leiders van het leger. 15 Uit Issachar sloten de vorsten zich bij Debora aan. Na Issachar kwam Barak; hij ging het volk voor in de vlakte. Maar de stam Ruben bleef steeds maar overleggen. 16 Wat hield je bij je schaapskooi en het fluitspel van je herders? Ruben bleef maar overleggen, 17 Gilead kwam de Jordaan niet over, Dan bleef bij zijn schepen, Aser bleef aan zee en verliet zijn havens niet, 18 maar Zebulon en Naftali waagden hun leven op de heuvels.

19 Daar kwamen de koningen, de stadsvorsten van Kanaän. Zij streden bij Taänach, bij Megiddo, aan de oever van de stroom, maar er viel voor hen geen zilver buit te maken. 20 De sterren aan de hemel streden mee tegen de vijand, zij hadden in hun baan zich tegen Sisera gekeerd. 21 Vorsten werden meegesleurd door het water van de Kison, de Kison, die aloude en snelstromende rivier. Ga voort, mijn ziel, ga voort! 22 Dreunend klonk de hoefslag van zijn wegstormende paarden, van zijn schitterende paarden, in onstuimige galop.

23 Vervloekt zij Meroz, dat de HEER geen hulp bood, vervloekt! – zo spreekt de engel van de HEER -, vervloekt zijn inwoners, zij sloten zich niet bij de helden aan. 24 Geloofd zij Jaël, de beste aller vrouwen, Jaël, de vrouw van Cheber, de Keniet. Was ooit een tent gezegend met een vrouw als zij? 25 Sisera vroeg om water en zij gaf hem melk te drinken, room bracht ze hem te drinken, in een rijk versierde schaal. 26 Met één hand vatte ze een tentpin, met de andere een hamer. Ze dreef de tentpin door zijn slaap, spleet met een hamerslag zijn hoofd. 27 Aan haar voeten viel hij neer, bezweek hij en bleef liggen. Aan haar voeten bezweek hij, daar viel hij neer. Waar hij bezweek, daar bleef hij liggen, verpletterend verslagen.

28 Aan haar venster stond zijn moeder, ze tuurde en ze klaagde: “Waar blijft zijn wagen toch? Klinkt het geratel van de wielen al?” 29 De wijste van haar vrouwen gaf haar antwoord en zei haar wat zij zelf reeds had bedacht: 30 “Wellicht zijn ze nog bezig om hun schatten te verdelen: elke man een meisje, of misschien wel twee. En voor Sisera gekleurde stoffen met borduursel, stoffen met borduursel waarmee hij zijn schatjes tooit.”

31 HEER, laat zo al uw vijanden ten onder gaan, en maak wie u liefhebben onstuitbaar als de opgaande zon.’

Liever luisteren? Bert Jan van de Lagemaat & Leny Stehouwer op Voorleesbijbel/Richteren5.

Preek over Richteren 5 door dominee Piet () op 27nov11 voor Hervormd Zuilen over Richteren 5 Het lied van Deborah. ''Vol verwachting maakt Debora haar opwachting bij uit­geverij "Vroom en deugdzaam". Het is al even geleden dat zij haar gedichtenbundel met de titel "Totdat ik op­stond" naar deze uitgeverij opstuurde en tegelijk een af­spraak maakte voor een gesprek. Zou ze een kans ma­ken? Zou "Vroom en deugdzaam" haar gedichten, haar liederenbundel willen uitgeven? Er een markt voor zien?'' Link DomineePiet/LiedvanDebora


VOLGENDE WEEK
9 februari 2014, 5e van de Epifanie

Jesaja 43:9-12
Psalm 112
(1 Korintiërs 2:15)
Matteüs 5:13

Ik las deze teksten op 6feb11, daarom lees ik voor aanstaande zondag over Dorcas uit Handelingen 9:36-41. Meer vrouwen in de Bijbel op Christiananswers women

Contact: Reactie en opmerkingen graag naar
watlezenwedezeweek @ yahoo.com

woensdag 22 januari 2014

26 januari 2014, 3e van de Epifanie, de openbaring

Welkom bij Wat lezen we deze week!
Hier vind je elke week de Bijbel teksten die een miljoen+ mensen lezen en/of horen als ze naar de kerk gaan. Er is namelijk een leesrooster waar -alleen al in Nederland- wel 1000 kerken aan meedoen. Hun kerkgangers horen elke week hetzelfde verhaal, maar natuurlijk wel anders 'gebracht' door de dominee/priester.

Op belangrijke (feest)dagen worden uiteraard de vaste, bijbehorende Bijbelteksten gelezen, met kerst lezen we een van de versies van de geboorte van Jezus, met Pasen over de wederopstanding en met Pinksteren over de uitstorting van de Heilige Geest. Het rooster wordt gemaakt voor 3 jaar, A, B en C en om te voorkomen de kerken om de 3 jaar hetzelfde lezen wordt ook een alternatief leesrooster gemaakt

PERIODE
26 januari 2014, is de 3e zondag van de Epifanie, de openbaring dat Jezus Christus de zoon van God is.

De Bach cantates voor deze zondag zijn “Herr, wie du willt, so schicks mit mir” (BWV 73), “Was mein Gott will, das g'scheh allzeit” (Koraalcantate BWV 111), “Alles nur nach Gottes Willen” (BWV 72) en ''Ich steh mit einem Fuss im Grabe” (BWV 156).

De teksten horen bij Mattheüs 8:1-13. Genezing van een melaatse; de centurio in Kapernaüm”, dat lees ik niet en staat ook niet op het (alternatief) leesrooster.

Op You Tube: J.S. Bach (1685-1750) “Alles Nur Nach Gottes Willen” (BWV 72) met hobo Masamitsu San'Nomiya, Viool Natsumi Wakamatsu, Altviool, Sopraan Rachel Nicholls, Alt Robin Blaze, Bas Peter Kooij en het Bach Collegium Japan onder leiding van Masaaki Suzuki.
1. [Chorus] -
Alles Nur Nach Gottes Willen...
2. Recitativo (Alto) -
O Selger Christ...
3. Aria (Alto) -
Mit Allem, Was Ich Hab Und Bin...
4. Recitativo (Basso) -
So Glaube Nun!...
5. Aria (Soprano) -
Mein Jesus Will Es Tun...
6. Choral -
Was Mein Gott Will, Das G'scheh Allzeit...
(15m26) Link YouTube

Of kijk op dit blog op 22jan12 naar J.S. Bach (1685-1750) "Herr, wie du willst, so schicks mit mir" (BWV 73) gezongen door Thomas Quasthoff, bass (4m18).

Of kijk op dit blog op 23jan2011 naar J.S.Bach (1685-1750)Was mein Gott will, das g'scheh allzeit” (Koraalcantate BWV 111) door het Bach Kollegium Stuttgart & Gächinger kantorei, dirigent Fausto Fungaroli. Geplaatst 25mei2008 (5m22)

Concert tips
Zo26jan om 10.30 uur in de Kloosterkerk, hoek Lange Voorhout BNNieuwe Parkstraat, Den Haag, "Herr, wie du willst, so schicks mit mir" (BWV 73). Uitgevoerd door Jos Vermunt en de Residentie Bachensembles. Link Stichting Cantatediensten Kloosterkerk.
Zo26jan om 10.30 uur in de Westerkerk, Prinsegracht 281, Amsterdam. Alles Nur Nach Gottes Willen” (BWV 72) Uitgevoerd door JanJoost van Elburg en het Westerkerkkoor & Bachorkest. Link Westerkerk
Zo26jan om 10.30 uur in de Lutherse Kerk, Spoorwegstraat 8, Arnhem. "Herr, wie du willst, so schicks mit mir" (BWV 73). Uitgevoerd door Susanne Paulsen en het Bachensemble Arnhem. Link Stichting Lutherse Kerk Arnhem
Cantates staan op de cantate agenda van Eduard van Hengel Link eduardvh (links in het menu)


TEKST(EN)
Op het alternatief leesrooster staan deze week geen teksten, daarom lees weer over een Bijbelse vrouw en weer met een Deuterocanoniek boek: Esther. 
 
Op het gewone leesrooster staat: Jesaja 49:1-7, Psalm 139:1-12, (1 Korintiers 1:1-9), Mattheus 4:12-22. Dat las ik op 23januari11 met uitzondering van de brief aan de Korintiërs. Het gezang is Lied 139a – Gij kent mij, Heer, leer mij U kennen een bewerking van Psalm 139. Gemaakt door de dichter Wiel Kusters op verzoek van de liedboekredactie. De melodie is van Eric Jan Joosse. ‘Gij kent mij, Heer, leer mij U kennen. Gij denkt mij, ik denk met U mee. Gij leidt mij, maar wil mij niet mennen, ik draaf als een paard langs uw zee.’

ESTHER
Esther is het 17e boek van het Oude Testament en het 3e Deuterocanonieke boek. Er zijn twee versies gangbaar. De Protestanten gebruiken de tekst uit de Tenach, de Hebreeuwse bijbel, van 10 hoofdstukken. NB In sommige Bijbels of online (biblia.net) staat Esther dan twee keer. De Rooms-Katholieke versie in de Deuterocanonieke boeken is gebaseerd op de in het volks Grieks geschreven Septuagint en bevat naast de 10 door de Protestanten erkende hoofdstukken zes door de tekst verspreide aanvullingen.

Zoals gezegd de boekrollen van Esther zijn opgenomen in de Hebreeuwse Bijbel, de Tenach en wordt gelezen bij het Joodse Poerimfeest, of het Lot(en) feest. Men herdenkt dan de gunstige wending van het lot van de Joden die in de vijfde eeuw v.Chr. in ballingschap leefden in het Perzische Rijk. Een complot om de Joden uit te roeien, werd door Esther voorkomen. Het staat in het verhaal van Esther, dus daarom wordt het op het Poerimfeest (9:20-23) gelezen.

Esther, een Joodse maagd, 2:8 was lieftallig en mooi werd de nieuwe vrouw van de Perzische koning Ahasveros (Xerxes), nadat hij zijn echtgenote Wasti had verstoten. Wasti had hem 2 keer niet gehoorzaamd en ingefluisterd dat dit een feministische golf zou veroorzaken besloot de koning tot drastische actie. Esther redde al snel het leven van haar man nadat haar oom en pleegvader Mordechai een complot van 2 eunuchen had afgeluisterd (Esther 2) Hiervoor werd Mordechai niet beloond, hetgeen later zijn leven redt. Maar Esther redt alle Joden.

De hooggeplaatste aan het hof, Haman, wilde de Mordechai laten ombrengen omdat hij als enige niet voor hem boog. Toen hij hoorde dat Mordechai Joods was, wilde hij alle Joden uitroeien (die voor niemand bogen, alleen voor de Heer). Esther had op aanraden van haar oom verborgen gehouden dat zij Joods was. Mordechai en haar neef waarschuwden Esther. Zij wisten dat Haman de dag dit moest gebeuren -naar Perzisch gebruik- door een lot, 'poer' had bepaald. De koning stemde per wet in met Haman's plan die hem beloofde 10.000 talent zilver te geven.

Toen Esther hoorde wat er gebeurd was vastte ze 3 dagen en ging toen naar haar man, die al haar wensen wilde vervullen. Ook Esthers wens om haar en haar volk te sparen 7:r3 'Majesteit, als u mij goedgezind bent en als het de koning goeddunkt, schenk mij en ook mijn volk dan het leven; dat is wat ik wil vragen, dat is mijn wens. 4 Want we zijn verkocht, mijn volk en ik, om gedood te worden en volledig te worden uitgeroeid. Als we waren verkocht als slaven en slavinnen, dan zou ik hebben gezwegen, want zo’n ramp zou de belangen van de koning niet schaden.’ De koning komt tot inkeer, laat de wet intrekken en Haman oppakken. Hij wordt nu zelf ter dood gebracht. Zijn bezittingen worden aan Esther geschonken die ze door Mordechai laat beheren. Deze potentiële doemdag voor de Joden werd zo een feestdag.

Esther 8:1 daarna ging een schrijven uit door het hele rijk waarin stond dat de koning de Joden in alle steden het recht gaf om zich aaneen te sluiten en hun leven te verdedigen; iedere groep gewapenden van welk volk of uit welke provincie ook die hen en hun vrouwen en kinderen zou willen aanvallen, mochten ze tot de laatste man doden, en hun bezittingen mochten ze buitmaken... (maar ze raken de bezittingen niet aan).

Verrassend: Esther 8:17 En uit alle volken van het land sloten zich velen bij de Joden aan, want angst voor de Joden had zich van hen meester gemaakt … Esther 9:2 Die dag sloten de Joden zich in alle steden aaneen, in alle provincies van koning Ahasveros’ rijk, om hen die op hun ondergang uit waren om te brengen. Niemand hield stand tegen de Joden, want angst voor hen had zich van alle volken meester gemaakt … Esther 9:5 De Joden sloegen met het zwaard op al hun vijanden in en zaaiden dood en verderf, ze deden met hun belagers wat ze wilden. 6 In de burcht van Susa doodden ze niet minder dan vijfhonderd man. (waaronder Hamans 10 zonen)

Esther 9:16-17 Ook de andere Joden, elders in de provincies van het koninkrijk, hadden zich aaneengesloten en hun leven verdedigd. Op de dertiende dag van de maand adar verzekerden zij zich van rust door vijfenzeventigduizend van hun belagers te doden; hun bezittingen echter raakten ze met geen vinger aan. Op de veertiende van die maand hadden ze rust, en ze maakten van die dag een dag van feestmalen en feestvreugde. (Poerim) Esther 9:29 Koningin Ester, de dochter van Abichaïl, stelde samen met de Jood Mordechai een tweede schrijven op om Poerim nadrukkelijk verplicht te stellen. … 31b ook koningin Ester legde hun dit nu op – en de verplichtingen nakomen die zij voor zichzelf en voor hun nakomelingen waren aangegaan wat betreft vasten en weeklagen. Esther 10 (slot) Mordechai, de Jood, volgde in rang immers onmiddellijk op koning Ahasveros. Hij stond bij de Joden in aanzien en was bij hen allen geliefd, want hij streefde het geluk van zijn volk na en was een pleitbezorger voor het welzijn van allen die tot dit volk behoorden.

Maar Esther wordt meer vereerd dan Mordechai. Ik heb als Bijbeltekst boekrol 9 gekozen waarin het verhaal kort wordt samengevat en dat traditioneel op Poerim wordt gelezen en bij protestanten populair is tijdens Reminiscere, de 2e zondag van de 40-dagentijd, de periode voor bezinning. De zondag heet naar Psalm 25:6 in het Latijn "Reminiscere miserationum tuarum Domine et misericordiarum tuarum quia a saeculo sunt" In het introïtus: Gedenk, o Heer, uw barmhartigheid en uw altijd geschonken ontferming; dat onze vijanden ons nooit overheersen. Mijn God, maak Israël vrij van alles waardoor het gekweld wordt. (Psalm 25:6) Tot U, Heer, verhef ik mijn geest; op U mijn God, vertrouw ik; beschaam mij niet.

Kunst tip: Koningin Esther door Andrea del Castagno (1421–1457) circa 1450. Nu in het Galleria degli Uffizi, Florence, Italië. Link: Wikipaintings/Andrea-del-Castagno/Queen-Esther

Kunst tip: Esther en Mordechai door Aert de Gelder (1645–1727),circa 1685. Nu in het Museum of Fine Arts Budapest, Hongarije. Link Wikimedia/AertdeGelder

Kunst tip: De Esther boekrol, geschreven door Salom Italia (1619-na 1655) in Amsterdam, circa 1641. Pen en inkt op perkament. Nu in het Jewish Museum, New York, USA. Gift van de Joodse Gemeente in Danzig, Polen. Link thejewishmuseum/onlinecollection

ESTHER 9: 20-32
Voorschriften voor het poerimfeest
20 Mordechai stelde al deze gebeurtenissen op schrift en hij stuurde brieven naar de Joden in alle provincies van koning Ahasveros’ rijk, of ze nu dichtbij woonden of ver weg. 21 Daarin verplichtte hij hen ertoe om elk jaar opnieuw zowel de veertiende als de vijftiende dag van de maand adar te vieren, 22 omdat dit de dagen waren waarop de Joden rust gekregen hadden en niet meer door hun vijanden werden bedreigd, en omdat dit de maand was waarin droefheid was veranderd in vreugde en waarin rouw was veranderd in feest. Ze moesten er dagen van feestmalen en feestvreugde van maken, dagen waarop ze elkaar lekkernijen stuurden en geschenken gaven aan de armen. 23 De Joden gaven gevolg aan wat Mordechai hun schreef, en maakten zo een vast gebruik van iets waarmee ze zelf al een begin hadden gemaakt. 

24 Want zo was het gegaan: Haman, de zoon van Hammedata, een nakomeling van Agag en de vijand van alle Joden, had een plan beraamd om de Joden uit te roeien. Hij had het poer, dat wil zeggen het lot, laten werpen om paniek onder hen te zaaien en hen te kunnen uitroeien. 25 Maar nadat Ester zich tot de koning had gewend, gaf deze niet alleen toestemming om een brief te schrijven, maar besloot hij ook dat het onheil dat Haman met zijn verderfelijke plan tegen de Joden had beraamd, op diens eigen hoofd zou neerkomen. Hij en zijn zonen werden aan de paal gehangen. 26 Het is naar het woord poer dat deze dagen Poerim worden genoemd.

Daarom – vanwege de inhoud van het schrijven van Mordechai, en vanwege alles wat ze hadden meegemaakt en wat hun was overkomen – 27 namen de Joden de verplichting op zich om deze beide dagen nooit ongemerkt voorbij te laten gaan, maar ze elk jaar te vieren op de voorgeschreven wijze en op de vastgestelde tijd. Ze wilden dit tot een vast gebruik maken voor zichzelf en voor hun nakomelingen, en voor allen die zich bij hen zouden aansluiten. 28 De herinnering aan deze dagen moest levend gehouden worden: ze moesten worden gevierd door elke generatie en door elke familie, in iedere provincie en in iedere stad. Nooit mocht de viering van deze poerimdagen bij de Joden in onbruik raken, en ook bij hun nakomelingen mochten ze niet in vergetelheid raken.

29 Koningin Ester, de dochter van Abichaïl, stelde samen met de Jood Mordechai een tweede schrijven op om Poerim nadrukkelijk verplicht te stellen. 30 Er werden brieven gestuurd naar alle Joden in alle honderdzevenentwintig provincies van Ahasveros’ koninkrijk, met betuigingen van vriendschap en trouw. 31 Daarin werd de viering van Poerim op de vastgestelde tijd verplicht gesteld: ze moesten zich houden aan wat de Jood Mordechai hun had opgelegd – ook koningin Ester legde hun dit nu op – en de verplichtingen nakomen die zij voor zichzelf en voor hun nakomelingen waren aangegaan wat betreft vasten en weeklagen. 32 Esters bevelschrift bevatte bindende voorschriften voor de poerimdagen, en de inhoud ervan werd te boek gesteld.
Nieuwe Bijbelvertaling. Esther 9


Liever luisteren?
Marion Seiffers uit Rotterdam op voorleesbijbel Of ga naar downloadbijbel Esther is het 17e boek van het Oude Testament of het 3e Deuterocanonieke boek. NB De eerdere boeken 1-4:17 worden voorgelezen door Paul de Leeuw die een interview gaf over zijn medewerking. Link EO

Liever live?
Vrij kansloos vrees ik Poerim, valt dit jaar op 16 maart. Kijk op churchatwork voor een dienst bij u in de buurt en wat ze daar lezen.

Preek van ds Jan Haveman voor de GoedeHerderkerk Gereformeerd Vrijgemaakt (streng) in Emmen op 20maart11 over het Feest van de Ommekeer (Poerim) en het bredere antisemitisme van de Amelekieten en what might (not) have been. Link (pdf) JanHavemanl/Preek Ester

Op You Tube: In het Engels, zonder ondertiteling, een complete film (117m) One Night with the King over een weesje dat haar volk redde. Uit 2004 (2006?) met Tiffany Dupont en Luke Goss en Peter O Toole als de profeet Samuel. Meer op IMDB. Uit de mooie intro van de film: From whence comes the purpose of a person's life? Come it by chance, a casting of the lot, or does a call of destiny beckon to each of us? Many have wondered about my little Hadassah and why a simple Jewish orphan was chosen to stand against the annihilation of her people. And yet the mystery of the girl most know as Esther begins not where one might think, but 500 years earlier with a single act of disobedience. Link youtube


GEBED
Vast onderdeel van de afsluiting van een kerkdienst is een gebed en het (gezamenlijk) uitspreken van het 'Onze Vader' Het gebed dat Jezus heeft geleerd in Mattheus 6:9-13. Deze keer kies ik voor het gebed, meer een pleidooi, van Esther dat in de Katholiek versie van het boek Esther wel is opgenomen. Het volgt net na het veel langere gebed van Mordechai: Bijbel, uit de Willibrordbijbel. Opvallend is het (gebrek aan) uiterlijk vertoon bij haar gebed in r10.

10 Ook koningin Ester nam in doodsnood haar toevlucht tot de Heer. Zij legde haar staatsiekleren af en trok rouw- en treurgewaden aan. In plaats van fijne reukwerken strooide zij as en drek op haar hoofd. Zij kastijdde haar lichaam streng, en overal waar zij vroeger een weelde aan sieraden droeg liet zij nu haar verwarde haren hangen.

Gebed van EsterEn zij bad als volgt tot de Heer, de God van Israël: 11 ‘Mijn Heer, onze koning, U bent de Enige! Kom mij te hulp, ik die alleen sta en geen andere helper heb dan U, want ik ga een groot gevaar tegemoet. 12 Vanaf mijn geboorte heb ik in de stam, waaruit ik voortkom, gehoord, dat U Heer, uit alle naties Israël en uit al hun voorouders onze vaderen hebt aangenomen als een blijvend erfdeel, en dat U voor hen alles hebt gedaan wat U beloofd had. 13 Wij echter hebben tegen U gezondigd en U hebt ons aan onze vijanden uitgeleverd, omdat wij hun goden geëerd hebben. U bent rechtvaardig, Heer!

14 Nu echter is onze bittere slavernij hun niet meer genoeg; zij hebben tegenover hun afgoden op handslag beloofd de toezegging uit uw mond te verijdelen, uw erfdeel te vernietigen, de mond te snoeren van hen die U prijzen, de luister van uw huis en uw altaar uit te doven, 15 de mond van de naties te openen om hun waangoden te prijzen, en eeuwige eerbied af te dwingen voor een vergankelijke koning. 16 Geef uw scepter, Heer, niet prijs aan hen* die niet bestaan en laat ze niet lachen om onze ellende. Keer hun plan tegen henzelf en stel de man die tegen ons begonnen is aan de kaak. 17 Gedenk ons, Heer, openbaar u in het uur van onze nood en geef mij moed, U, koning van de goden en heerser over alle heerschappij. 18 Leg mij een gelukkig woord in de mond, als ik tegenover de leeuw sta; verander zijn gezindheid en breng hem tot haat tegen de man die ons bestrijdt, zodat hij en zijn medestanders te gronde gaan. 19 Red ons door uw hand en kom mij te hulp, want ik sta alleen en heb niemand anders dan U, Heer. 20 Van alles draagt U kennis en U weet ook, dat ik het eerbetoon van de wettelozen verfoei en het bed verafschuw van de onbesnedenen en van alle vreemdelingen. 21 U weet, dat ik niet anders kan en dat ik een afschuw heb van het teken van mijn waardigheid, dat ik op mijn hoofd draag op de dagen dat ik mij vertonen moet. Ik walg ervan, als van een doek vol menstruatiebloed en ik draag het nooit op de dagen dat ik rust heb. 22 Uw dienares heeft niet gegeten van de tafel van Haman, en ik heb geen feestmaal van de koning eer aangedaan en ik heb niet gedronken van de offerwijn. 23 Sinds de dag dat ik hierheen ben overgebracht tot vandaag toe, heeft uw dienares haar vreugde alleen gevonden in U, Heer, God van Abraham. 24 God, U die macht hebt over iedereen, aanhoor de stem van de wanhopigen, red ons uit de hand van de boosdoeners, red mij uit mijn angst.’ Bron: Bijbel.net

VOLGENDE WEEK
2 februari 2014, 4e van de Epifanie.

Sefanja 2:3-3:9-13
Psalm 37:1-11
(1 Korinthiërs 1:18:31)
Matteüs 5:1

Dat las ik op 30januari11 (zonder de brief aan de Korinthiërs) ik lees over Deborah een profetes uit het boek Richteren, Rechters Wikipedia/Debora

Contact: Reactie en opmerkingen graag naar
watlezenwedezeweek @ yahoo.com


maandag 13 januari 2014

19 januari 2014, 2e zondag na de Epifanie

Welkom bij Wat lezen we deze week!
Hier vind je elke week de Bijbel teksten die een miljoen+ mensen lezen en/of horen als ze naar de kerk gaan. Er is namelijk een leesrooster waar -alleen al in Nederland- wel 1000 kerken aan meedoen. Hun kerkgangers horen elke week hetzelfde verhaal, maar natuurlijk wel anders 'gebracht' door de dominee/priester.

Op belangrijke (feest)dagen worden uiteraard de vaste, bijbehorende Bijbelteksten gelezen, met kerst lezen we een van de versies van de geboorte van Jezus, met Pasen over de wederopstanding en met Pinksteren over de uitstorting van de Heilige Geest. Het rooster wordt gemaakt voor 3 jaar, A, B en C en om te voorkomen de kerken om de 3 jaar hetzelfde lezen wordt ook een alternatief leesrooster gemaakt

PERIODE
19 januari 2014, is de 2e zondag van de Epifanie, de openbaring dat Jezus Christus de zoon van God is.

De Bach cantate voor deze zondag zijn ''Mein Gott, wie lang, ach lange'' (BWV 155), ''Ach Gott, wie manches Herzeleid'' (Koraalcantate BWV 3) en ''Meine Seufzer, meine Tränen'' (BWV 13). De teksten horen bij Johannes 2:1-11. De bruiloft te Kanaan.


Op You Tube: J.S. Bach (1685-1750) ''Meine Seufzer, meine Tränen'' (BWV 13) zonder beschrijving (23m16). Link youtube

Of kijk op dit blog op 20jan13 naar J.S. Bach (1685-1750) "Mein Gott, wie lang', ach lange" (BWV 155) 14. Recitative (sopraan), 15. Aria (duet alt, tenor), 16. Recitatief (bas), 17. Aria (sopraan) 18. Choraal. Het Amsterdam Barok Orkest & Koor, de Amsterdam Barok Orkest Solisten en het Amsterdam Barok Koor met koormeester Simon Schouten en op het orgel en clavecimbel Tom Koopman. Sopranen: Barbara Schlick, Caroline Stam, Ruth Holton en Els Bongers, sopranen. Elisabeth Von Magnus, 2e sopraan en alto. Tenor Paul Agnew en Bas Klaus Mertens. III op [44:49] (link in de tekst)

Of kijk op dit blog op 16jan2011 naar Nikolaus Harnoncourt "Mein Gott, wie lang, ach lange', Koraalcantate BWV 3 (4m55).

Concert tip
zo12jan14 om 19.30 uur Petruskerk, Schependomlaan 85, in Nijmegen. ''Meine Seufzer, meine Tränen'' (BWV 13) uitgevoerd door Wouter van Haaften en het koor en orkest van de Nijmeegse Bachcantates Link NijmeegseBachcantates


TEKST(EN)
Op het alternatief leesrooster staan deze week geen teksten en op het gewone leesrooster: Jesaja 62:1-5, Psalm 96, (Romeinen 4:1-12) en Johannes (1:29) 2:1-11. Deze teksten las ik op 20januari2013 Het lied dat er nu bij hoort is 96a: Zing een nieuw lied, alle landen
Daarom lees ik weer over een Bijbelse vrouw in het verlengde van de voormoeders van Jezus die op het alternatief leesrooster stonden in de Advent tot en met Kerstavond. Deze week Judit, geen voormoeder, en bekend door haar onthoofding van Holofernes. Er zijn veel schilderijen en afbeeldingen van gemaakt. 
Volgens Wikipedia/Judit is het een van de zeldzame verhalen in de Bijbel waarin de vrouw de overmacht heeft. Ze is ook een soort supervrouw, die wel iets vreselijk doet om haar stadsgenoten te redden. NB De tekst van Bach Cantate 13 zou zo door Judith gezongen kunnen zijn als wat deemoediger gebed dan dat in haar eigen boek. Tekst in het Nederlands Dutch cantatas13

JUDIT
Judit is een deuterocanoniek Bijbelboek, het is onderdeel van de Septuagint, de Griekse Bijbelvertaling en wordt door Protestanten en Joden als apocrief gezien wordt. Dat betekent dat het eerst als onderdeel van het Oude Testament van de Bijbel werden beschouwd, maar uiteindelijk niet in de officiële lijst van Bijbelboeken is opgenomen. Dat het wel als deuterocanoniek is opgenomen in de Nieuwe Bijbelvertaling en andere Bijbels betekent dat de Rooms Katholieke kerk het wel heeft opgenomen. Judit is het 2e deuterokanonieke boek, deze staan (meestal) tussen de boeken van het Oude en Nieuwe Testament in.
Het boek Judith bestaat uit 16 boekrollen en beslaat 17 pagina's daarom lees ik alleen rol 8 met het portret van Judit of Betulia’s bestuurders door Judit terechtgewezen en neem ik onderaan boekrol 9 ''het Gebed van Judith'' op als gebed van de week.

De naam Judit betekent 'de vrouw uit Judea' of 'Jodin' zij leefde ten tijde van de Assyrische koning Nebukadnezar. (NB Volgens Wikipedia kan dat niet en is de tijdsaanduiding een manier om te verhullen dat het eigenlijk gaat om een geschiedenis uit een ander Deuterocanoniek boek I Makkabeeën 7. Daarin wordt generaal Nikanor door de Syrische koning Demetrius I naar Judea gestuurd, verslagen en onthoofd. Wikipedia/Judit. Volgens de Groot Nieuws Bijbel krijgt “in de figuur van de vrome en flinke Judit (=Jodin) (krijgt) het vertrouwen in de Heer gestalte. En … 'Judit wordt in ere gehouden in Israël.

In het boek Judit is het dus Nebukadnezar die “zijn wrede legeroverste Holofernes opdracht geeft om de stad Bethulië (Betulia) te veroveren. Tijdens de belegering wordt de watertoevoer van de Israëlitische stad afgesneden, en overweegt de leider overgave. Judith, een schone en vrome weduwe, besluit in verzet te komen. Ze trekt haar mooiste kleren aan en weet bij Holofernes te komen door de Assyrische wachten te vertellen dat ze hem kan wijzen hoe de stad te veroveren. Holofernes, betoverd door haar schoonheid, laat Judith in zijn tent komen, waarop zij zijn hoofd afhakt. Met het hoofd in een zak keert ze terug naar Bethulië. De Assyriërs geraken geheel in verwarring door de moord op hun leider en worden met gemak door de Hebreeuwen verjaagd”.  

Kunst
Er zijn veel bekende schilders en schilderijen van Judith gemaakt, gelukkig niet allemaal met het onthoofde hoofd van Holofernes. Judit is ook een dankbaar onderwerp: mooi, rijk, vroom, wijs en gerespecteerd (zie verder Judith 8 r9-31). r7 Zij was een opvallend mooie vrouw, een elegante verschijning. Haar man Manasse had haar goud en zilver nagelaten, slaven en slavinnen, vee en akkers, waarover zij het beheer op zich nam. 8 Niemand had iets op haar aan te merken, want ze leefde in groot ontzag voor God.
Ik kies een van mijn favoriete schilderijen van Gustave Klimt, uit chauvinisme een van Rembrandt van Rijn en Judit door de beroemdste schilder Sandro Botticelli. Tot slot, alles in omgekeerd chronologische volgorde, een een serie afbeelding uit een Middeleeuse verluchte bijbel, omdat het een van mijn van favoriete kunstuitingen is. Meer Judit's -Titiaans, en Lucas Cranach Judit's zijn ook prachtig- op Statenvertaling.net/kunstzoekJudith

Kunst tip2
Judit door Gustave Klimt (1862 – 1918, Oostenrijk) uit circa 1901, nu in de Österreichische Galerie Belvedere, Wenen, Oostenrijk. Link: Statenvertaling.net

Judit maakt zich op voor het banket van Holofernes, door Rembrandt Harmenszn van Rijn (Leiden 1606-1669) uit 1634. Nu in het Museo del Prado, Madrid, Spanje. Link Statenvertaling.net

Judit door Sandro Botticelli (1445-1510) naar Judith 13 Met het zwaard nog in de hand keert Judith terug naar haar stad Bethulië. Haar dienstmaagd draagt het hoofd van de vijandige legerleider Holofernes, dat Judith zojuist van zijn lichaam heeft gescheiden. Het thema van de sterke weduwe die haar stad redt was populair onder Florentijnse schilders en opdrachtgevers. Botticelli schilderde dit paneel niet voor de Medici-familie, in die dagen zijn belangrijkste broodheren, maar het belandde uiteindelijk wel in hun collectie. Circa 1472 nu in de Galleria degli Uffizi, Florence, Italië. Link Statenvertaling.net

Afbeeldingen bij het boek Judit in een historiebijbel uit 1430 door de Azormeesters. De Azor meesters waren rond 1430 actief in Utrecht en behoorden tot de zgn. Bijbelmeesters van de Eerste Generatie. Utrecht was indertijd een belangrijk centrum voor de vervaardiging van verluchte bijbels. Ze werkten mee aan een historiebijbel (1430) en aan een getijdenboek dat tussen 1430 en 1450 werd vervaardigd. Over de identiteit van de meesters is niets bekend; misschien gaat het om slechts één persoon en moeten we spreken van meester Azor. Naamgever Azor was volgens de stamboom in Mattheüs 1 een voorvader van Jezus. De illustraties op deze site komen allen uit een exemplaar van de Utrechtse historiebijbel. De ruim 500 illustraties in dat boek zijn door diverse kunstenaars verzorgd.  

Judith gispt de ouderlingen en gaat naar de Assyriërs Judith 10:11 Toen gingen deze in het dal recht heen en de voorwacht der Assyriërs kwam haar tegen, en grepen haar, en vraagden haar: Wiens zijt gij? en vanwaar komt gij? en waar gaat gij heen? 

Judith wordt geprezen door de hogepriester Judith 13:23, En Ozias zeide tot haar: Gezegend zijt gij, o dochter, voor de hoogste God, boven alle vrouwen, die op de aarde zijn.  

Judith toont het hoofd van Holofernes aan de Bethuliërs. Judith 13:19, En zij trok Azor meestershet hoofd van Holofernes uit de zak, en toonde het, en zeide tot hen: Ziet hier het hoofd van Holofernes, de veldoverste van het leger der Assyriërs, en ziet hier, en ziet het behangsel onder hetwelk hij gelegen heeft in zijn dronkenschap, en de Here heeft hem geslagen door de hand ener vrouw. Link Statenvertaling.net

Judit 8
Betulia’s bestuurders door Judit terechtgewezen
of Portret van Judit (GNB)
1 Dit kwam Judit ter ore. Judit was een dochter van Merari, die een zoon was van Ox, de zoon van Josef, de zoon van Uzziël, de zoon van Helkia, de zoon van Ananias, de zoon van Gideon, de zoon van Rafaïn, de zoon van Akiton, de zoon van Elia, de zoon van Chilkia, de zoon van Eliab, de zoon van Natanaël, de zoon van Salamiël, de zoon van Sarasadaï, de zoon van Israël. 2 Haar man Manasse, die uit dezelfde stam en familie afkomstig was, leefde niet meer. Terwijl hij bij de gersteoogst 3 toezicht hield op de schovenbinders in de vlakte, was hij getroffen door een zonnesteek. Hij stierf na een ziekbed in zijn woonplaats Betulia en werd begraven bij zijn voorouders op het veld tussen Dotan en Balamon. 4 Sindsdien leefde Judit als weduwe alleen, nu al drie jaar en vier maanden. 5 Op het dak van haar huis had ze voor zichzelf een tent gemaakt. Ze ging als weduwe gekleed en droeg een rouwkleed om haar middel. 6 Sinds de dood van haar man vastte ze iedere dag, behalve op sabbat en de dag daarvoor, daags vóór en op nieuwemaan en tijdens de feest- en hoogtijdagen die door het volk van Israël werden gevierd. 7 Zij was een opvallend mooie vrouw, een elegante verschijning. Haar man Manasse had haar goud en zilver nagelaten, slaven en slavinnen, vee en akkers, waarover zij het beheer op zich nam. 8 Niemand had iets op haar aan te merken, want ze leefde in groot ontzag voor God.

9 Toen Judit vernam wat het volk, door watergebrek moedeloos geworden, tegen de stadsbestuurder had durven zeggen, en wat Ozias allemaal had geantwoord en hoe hij hun had gezworen de stad na vijf dagen over te geven aan de Assyriërs, 10 liet ze de stadsoudsten Ozias, Chabris en Karmi roepen door de slavin die de zorg had voor haar bezittingen. 11 Toen zij bij haar waren gekomen, zei ze tegen hen: ‘Bestuurders van Betulia, ik heb u iets te zeggen.
Het was niet goed wat u vandaag tegen het volk hebt gezegd en met een eed tegenover God hebt bekrachtigd: dat u de stad overgeeft aan onze vijanden als de Heer ons niet binnen vijf dagen te hulp komt. 12 Wie bent u wel dat u God vandaag zo op de proef hebt durven stellen en u als mensen verheft boven God? 13 U tracht de almachtige Heer te doorgronden, maar nooit zult u iets te weten komen. 14 U kunt niet eens de diepte van een mensenhart peilen of bevatten wat er omgaat in zijn geest. Hoe zou u dan God, de maker van dat alles, doorzien of inzicht hebben in zijn geest en zijn gedachten begrijpen? Nee, broeders, u moet de woede van de Heer, onze God, niet opwekken. 15 Ook als hij weigert ons binnen die vijf dagen te helpen, is hij wel bij machte ons op zijn tijd te hulp te komen óf ons voor de ogen van onze vijanden te vernietigen. 16 Maar het is niet aan u om vooruit te lopen op de besluiten van de Heer, onze God. Want God laat zich niet als een mens onder druk zetten, hij laat zich niet dwingen. 17 Laten we daarom, in de verwachting dat hij ons zal redden, tot hem om hulp roepen. Als het hem behaagt, zal hij ons verhoren.

18 Tot op de dag van vandaag is het bij ons toch niet voorgekomen dat een stam of familie, in welke stad of landstreek ook, zelfgemaakte goden heeft aanbeden, zoals dat in vroeger dagen gebeurde? 19 Om die reden zijn onze voorouders toen prijsgegeven aan dood en plundering en smadelijk ten onder gegaan voor de ogen van onze vijand. 20
Maar wij erkennen geen andere God dan hem. Daarom mogen we verwachten dat hij ons en ons volk niet over het hoofd ziet.

21 Als wij in handen van de vijand vallen, wordt heel Judea in onze val meegesleept. Dan wordt ons heiligdom geplunderd; voor die ontheiliging zal God ons verantwoordelijk houden. 22 Ook zal hij, wanneer wij eenmaal als slaven onder vreemde volken leven, het ons aanrekenen dat onze volksgenoten zijn gedood, dat we in ballingschap zijn weggevoerd en ons land verloren hebben; dan worden we het mikpunt van de spot en hoon van onze meesters. 23 Want op onze slavernij zal dan geen verlossing volgen, maar de Heer, onze God, zal ons aan onze schande overlaten. 24 Daarom, broeders, laten we onze volksgenoten tonen wat we waard zijn, want hun leven hangt van ons af, evenals het lot van de heilige stad, de tempel en het altaar. 25
Maar laten wij bovenal de Heer, onze God, danken, die ons op de proef stelt zoals hij dat met onze voorouders heeft gedaan. 26 Bedenk toch hoe hij heeft gehandeld met Abraham en hoe hij Isaak op de proef heeft gesteld, en wat Jakob overkwam in Syrisch Mesopotamië toen hij de schapen van zijn oom Laban weidde. 27 Want zoals hij hen als in vuur louterde om hun hart te doorgronden, zo is het hem er ook nu niet om begonnen ons te straffen: de Heer slaat zijn dienaren om hen aan te sporen.’
28 Daarop zei Ozias tegen haar: ‘Alles wat u hebt gezegd getuigt van een zuiver hart, en niemand zal het tegenspreken. 29 Het is niet voor het eerst dat u blijk geeft van uw wijsheid; al sinds uw vroegste jeugd staat u bekend om uw inzicht, en alles wat u uitdenkt is goed. 30 Maar het volk lijdt zo’n hevige dorst dat het ons een belofte heeft afgedwongen, een eed die wij niet kunnen breken. 31 Daarom, u als vrome vrouw, bid voor ons, dat de Heer regen zendt om onze putten te vullen, zodat we in leven blijven.’ 32 Judit antwoordde: ‘Luister. Ik ga iets doen dat tot in lengte van dagen in de herinnering van ons volk zal blijven voortleven. 33 U moet vannacht bij de poort staan, dan zal ik met mijn slavin de stad uitgaan. Voor de dagen zijn verstreken dat u volgens uw belofte de stad aan onze vijanden zult overgeven, zal de Heer zich door mijn toedoen over Israël ontfermen. 34 Vraag niet verder wát ik ga doen, want ik zal het u pas zeggen wanneer ik het uitgevoerd heb.’ 35 Toen zeiden Ozias en de andere stadsbestuurders tegen haar: ‘Ga in vrede. Moge de Heer, onze God, voor u uit gaan om zich te wreken op onze vijanden.’ 36 Daarna verlieten ze de tent en keerden terug naar hun post. Nieuwe Bijbelvertaling. Link naar de tekst NBV

Liever luisteren?
Gerrit Aantjes uit Lopik op voorleesbijbel Of ga naar downloadbijbel Judith is het 2e deutero canonieke boek.

Liever live?
Kansloos vrees ik, maar kijk evt op churchatwork voor een dienst bij u in de buurt.

Preek van niet te achterhalen dominee op 21okt12 over Judith 8:1-36 en Marcus 10:32-45 “Om welke houding gaat het dan bij ‘beproeving’? In de eerste plaats: niet de normale reacties: 1. niet kwaad en verontwaardigd reageren; niet haatzaaien of geweld plegen! 2. niet wanhopig worden; geen godverlatenheid, maar God is nabij! 3. maar wel: het dieptepunt als een uitdaging zien, als een kans om sterker te worden. Daarom wijst Judith op de aartsvaders: Abraham, Izaak en Jacob. Zij werden er sterker van; Jacob vocht zelfs door totdat zijn tegenstander hem zou zegenen. 4. in plaats van te berusten in het lijden, alsof het een straf van God zou zijn, word je juist weerbaar. Want de bedoeling is dat je je tegen het kwaad verzet. En je kan in een beproeving altijd tot God bidden, dat Hij je kracht geeft om er doorheen te komen. Je kan God zelfs dankbaar zijn, omdat Hij je niet afwijst en negeert, maar dat Hij juist heel dichtbij is en je gebed wil horen. Zo versta ik de zin die Judith zegt: “Laten we de Heer onze God danken, dat Hij ons op de proef stelt, zoals Hij met onze voorvaderen heeft gedaan.”
Link (pdf) Preek21okt12

Op You Tube: Een stomme film uit 1913, van de Biograph Company. JUDITH OF BETHULIA 1913 – (gedeeltelijk restauratie) Misschien wel de 1e feature film gemaakt in de USA en de 1e feature film opgenomen in de San Fernando Valley, Chatsworth Park, Chatsworth, California USA. Met Blanche Sweet als Judit en Henry B. Walthall als Holofernes. Geproduceed en geregisseerd door D.W. Griffith (47m) Link youtube


GEBED
Vast onderdeel van de afsluiting van een kerkdienst is een gebed en het (gezamenlijk) uitspreken van het 'Onze Vader' Het gebed dat Jezus heeft geleerd in Mattheus 6:9-13. Deze keer kies ik voor het gebed, meer een pleidooi, van Judit in haar boek dat volgt na haar portret in boekrol 8.
9:1 Judit boog zich neer, wierp stof over haar hoofd en ontkleedde zich tot op het rouwkleed dat ze droeg. En op hetzelfde moment dat in Jeruzalem in het huis van God het reukoffer van die avond werd opgedragen, begon Judit met luide stem de Heer aan te roepen

Judith 9
Gebed van Judit, Dikgedrukt is benadrukt door de blogger
2 ‘Heer, God van mijn stamvader Simeon. Hem hebt u een zwaard in de hand gegeven om de vreemdelingen te straffen die de schoot van een maagd hadden geopend om haar te bezoedelen, haar dijen ontbloot om haar te onteren, haar schoot tot haar schande geschonden. Want ofschoon u gezegd had dat iets dergelijks niet mag, deden zij het toch. 3 Daarom hebt u hun leiders prijsgegeven aan de dood, en het bed dat zich schaamde voor hun verleiding maar nu zelf werd misleid, met bloed laten besmeuren. Zowel de dienaren als hun vorsten hebt u verslagen, zowel de vorsten als hun heerschappij. 4 Hun vrouwen hebt u laten buitmaken, hun dochters gevangen laten nemen, hun eigendommen laten verdelen onder uw geliefde kinderen, die met grote toewijding aan u en vol afkeer van de ontering van hun familie tot u om hulp riepen.

God, mijn God, luister ook naar mij, een weduwe. 5 U bent het immers die al die dingen hebt teweeggebracht, met wat eraan voorafging en wat eruit voortkwam. Wat nu gebeurt en wat nog staat te gebeuren is allemaal door u bedacht. Wat u voor de geest staat, wordt werkelijkheid 6 en de dingen waartoe u besluit, dienen zich aan met de woorden: “Hier zijn we.” Want al uw wegen zijn gebaand en wat u beslist, hebt u al voorzien.

7 De Assyriërs hier hebben een geweldige legermacht; ze zijn trots op hun paarden en ruiters, gaan prat op de kracht van hun voetvolk, vertrouwen op hun schilden en lansen, hun bogen en slingers. 
Ze weten niet dat u de Heer bent die wapentuig in stukken breekt – 8 uw naam is Heer! Breek dan hun sterkte met uw kracht en verbrijzel hun macht in uw woede. Want zij willen uw heiligdom ontwijden, de woonplaats van uw roemrijke naam ontheiligen en de horen van uw altaar met geweld afhouwen. 9 Zie hun hoogmoed en stort uw woede over hen uit. Geef mij, weduwe, een vaste hand om uit te voeren wat ik heb bedacht. 10 Versla door mijn misleidende woorden de dienaar met zijn heer, de heer met zijn gevolg. Vernietig hun hoge aanzien door toedoen van een vrouw. 11 Want niet de macht van het getal bepaalt uw kracht, niet op geweldenaars steunt uw heerschappij. U bent juist de God van de vernederden, de helper van onaanzienlijken, de steun van zwakken, de beschermer van moedelozen, de redder van wanhopigen. 12 God van mijn stamvader, God van uw Israël, Heer van hemel en aarde, schepper van de wateren, koning van heel uw schepping – hoor toch mijn gebed 13 en geef dat mijn misleidende woorden hén verwonden en striemen die gruwelijke dingen in de zin hebben tegen uw verbond en uw gewijde tempel, tegen de Sion en het huis dat uw kinderen toebehoort. 14 Breng heel uw volk, ja alle volken, tot de erkenning dat u God bent, de God van alle kracht en macht, en dat alleen u het volk van Israël beschermt.’
Bron: voorleesbijbel, daar ook te beluisteren voorgelezen door Gerrit Aantjes.

VOLGENDE WEEK
Zondag 26 januari 2014, 2 van de Epifanie

Jesaja 49:1-7
Psalm 139:1-12
(1 Korintiers 1:1-9)
Mattheus 4:12-22

Dat las ik op 23januari11 met uitzondering van de brief aan de Korintiërs. Ik lees over een Bijbelse vrouw met een Deuterocanoniek boek: Esther.

Contact: Reacties en opmerkingen graag naar
watlezenwedezeweek @ yahoo.com