Welkom
bij Wat lezen we deze week!
Hier
vindt je elke week de Bijbel teksten die een miljoen+ mensen lezen
en/of horen als ze naar de kerk gaan. Er is namelijk een leesrooster
waar -alleen al in Nederland- wel 1000 kerken aan meedoen. Hun
kerkgangers horen elke week hetzelfde verhaal, maar natuurlijk wel
anders 'gebracht' door de dominee/priester.
Het
blog wordt de komende weken wat minder uitgebreid, wel de teksten met
toelichting en Bachcantates, geen kunst-, preek-, live- &
videotips. Die zijn natuurlijk welkom!
PERIODE
24
juni 2012, is 1e zondag van de zomer die meteorologisch is en loopt
tot 23 september. Bij de andere roosters (Evangelisch Luthers en
Rooms Katholiek) is 24 juni vooral de zondag van Johannes de Doper,
een Katholieke Hoogfeest. Meer op wikipedia: Johannes
de Doper
De
Bach cantates
voor deze zondag zijn geschreven voor het Feest
van de Geboorte van Johannes de Doper. “Ihr
Menschen, rühmet Gottes Liebe”
(BWV 167), “Christ
unser Herr zum Jordan kam” (Koraalcantate BWV 7) en “Freue
dich, erlöste Schar”(BWV
30, deel voor en na preek). De teksten horen bij
Lucas
1: 57-68 en het verhaal van de Geboorte van Johannes.
Op
You Tube:
J.S. Bach (1685-1750) Cantate “Christ
unser Herr zum Jordan kam” (Koraalcantate BWV 7) door Gustav
Leonhardt en het Leonhardt Consort. (25m) Met een afgesneden
afbeelding van JB Corot's (1796-1875) le Baptême du Christ
(1847) Link
youtube
TEKSTEN
Deze
week zijn de thema's geloof & vertrouwen. Maar ook zonde gevolgd
door straf & boete en/of verzoening en liefde, beloning. We
lezen namelijk uit Job, het Bijbelboek over ongeluk en verzet. Ook de
psalm 107 bezingt ellende en de roep
om hulp.
In
2 Korintiërs 5 wordt God's verzoening met de mensheid door het
opofferen van Jezus voor al hun zonden verhaald. In Marcus een wonder
dat vooral een geloofstest voor de leerlingen blijk te zijn. Het
gezang verwijst ook naar Marcus waarin Jezus de storm en golven doet
liggen.
Job
30:15-26 en 38:1
Psalm
107:17-32
(2
Korintiërs 5:14-21)
Marcus
4:35-41
Gezang
345
Mozes
heeft behoud gevonden, Farao ging diep ten onder,
Gij
doet wonder boven wonder, draag ons naar de overkant.
...
Gij
hebt, uit de dood verrezen, 't boos getij terecht gewezen,
en
het water zal U vrezen, 't water brengt ons weer aan land.
….
Zend
uw adem, wend de steven, dat uw schepelingen leven
door
uw goede Geest gedreven met het loflied in de mond!
(Liedboek
voor de Kerken 1973)
JOB
Job
is het is het 18e boek van het Oude Testament. Het is een bekend
Bijbelboek over Job die alles heeft en alles verliest omdat God en
Satan een weddenschap afsluiten of Job God trouw zal blijven.
In
het stukje dat wij lezen komt Job in verzet. Boekrollen 29-31 heten
Job
daagt God uit in
de Groot Nieuws Bijbel.
Job somt alle ellende die hem overkomen is op. Hij vraagt om hulp r20
en gaat dan verder met zijn aanklacht. Dramatisch mooi is de laatst
gekozen regel van het leesrooster: Job 38:1 En
de HEER antwoordde Job vanuit een storm.
JOB
30:15-26
15
Verschrikkingen storten zich over me uit,
mijn eer wordt weggevaagd als door de wind,
als een wolk vervliegt mijn aanzien.
16 Nu stroomt het leven uit mij weg,
ik ontsnap niet meer aan mijn ellende.
17 ’s Nachts jaagt hij helse pijnen door mijn botten,
het bloed in mijn aderen komt niet tot rust.
18 Hij rukt met geweld aan mijn kleed,
omklemt mij met de kraag van mijn mantel.
19 Hij heeft me neergesmeten in het slijk
en ik ben als stof, als as geworden.
20 Ik roep u om hulp, maar u antwoordt niet;ik sta voor u, maar u wilt mij niet zien.
21 U bent wreed voor mij geworden,
met al uw kracht hebt u zich tegen mij gekeerd. 22 U tilt me op en laat me rijden op de wind,
uw woedende storm schudt mij heen en weer.
23 Ja, ik weet dat u mij naar de dood drijft,
naar het huis van samenkomst voor alle levenden.
24 Maar keert men zich tegen een mens in nood,
wanneer hij, de ondergang nabij, om hulp roept?
25 Heb ik niet gehuild om wie in nood verkeerde?
Had ik geen medelijden met de behoeftige?
26 Ik hoopte op het goede, maar het kwade kwam,
het licht verwachtte ik, maar de duisternis brak aan.
mijn eer wordt weggevaagd als door de wind,
als een wolk vervliegt mijn aanzien.
16 Nu stroomt het leven uit mij weg,
ik ontsnap niet meer aan mijn ellende.
17 ’s Nachts jaagt hij helse pijnen door mijn botten,
het bloed in mijn aderen komt niet tot rust.
18 Hij rukt met geweld aan mijn kleed,
omklemt mij met de kraag van mijn mantel.
19 Hij heeft me neergesmeten in het slijk
en ik ben als stof, als as geworden.
20 Ik roep u om hulp, maar u antwoordt niet;ik sta voor u, maar u wilt mij niet zien.
21 U bent wreed voor mij geworden,
met al uw kracht hebt u zich tegen mij gekeerd. 22 U tilt me op en laat me rijden op de wind,
uw woedende storm schudt mij heen en weer.
23 Ja, ik weet dat u mij naar de dood drijft,
naar het huis van samenkomst voor alle levenden.
24 Maar keert men zich tegen een mens in nood,
wanneer hij, de ondergang nabij, om hulp roept?
25 Heb ik niet gehuild om wie in nood verkeerde?
Had ik geen medelijden met de behoeftige?
26 Ik hoopte op het goede, maar het kwade kwam,
het licht verwachtte ik, maar de duisternis brak aan.
JOB
38:
1
En de HEER antwoordde Job vanuit een storm. (Hij zei: 2 ‘Wie
is het die mijn besluit bedekt onder woorden vol onverstand? In de
Nieuwe Bijbelvertaling. Link naar de tekst
of
Job 38:2 'Wie durft zonder kennis van zaken te spreken en mijn beleid
kortzichtig te beoordelen? Groot Nieuws Bijbel)
Liever
luisteren?
Els Folkerts (1937)
uit Sleen op voorleesbijbel
Of ga
naar downloadbijbel
Job is het 18e boek van het Oude Testament.
PSALM
Psalmen
is het 19e boek van het Oude Testament en bevat 150 liederen en
gedichten. In het Latijn heet psalm 107 Confitemini
Domino,
net als psalm 118. Het betekent breng
dank aan de Heer.
De coupletten gaan over ellende, de roep om hulp en redding. Ook ons
couplet begint met het probleem, de roep om hulp en de redding
gevolgd door 2 lofregels r21-22.
Vanaf
r39 (niet op het leesrooster) verandert de strekking en wordt de
psalm revolutionair,
de machtshebbers worden smadelijk behandeld.
PSALM
107 17-32
17
Soms leidden zij een lichtzinnig leven
en gingen onder hun zonden gebukt,
18 ze gruwden van elk voedsel
en waren de poorten van de dood nabij.
19 Ze schreeuwden in hun angst tot de HEER –
hij heeft hen gered uit vele gevaren,
20 hij zond zijn woord en genas hen,
ontrukte hen aan het graf.
21 Laten zij de HEER loven om zijn trouw,
om zijn wonderen aan mensen verricht,
22 laten zij hem dankoffers brengen,
juichend zijn daden bezingen.
23 Soms daalden zij af naar zee,
gingen scheep en bevoeren het wijde water,
24 ze zagen de daden van de HEER,
zijn wonderen op de oceaan. 25 Hij sprak en ontketende storm,
hoog zweepte hij de golven op.
26 Zij stegen tot aan de hemel, vielen neer in de diepte,
hun maag keerde om van ellende,
27 ze tolden en tuimelden als dronkaards,
alle kennis baatte hun niets.
28 Ze riepen in hun angst tot de HEER –
hij leidde hen weg uit vele gevaren,
29 hij bracht de storm tot zwijgen,
de golven gingen liggen.
30 Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam,
hij bracht hen naar een veilige haven.
31 Laten zij de HEER loven om zijn trouw,
om zijn wonderen aan mensen verricht,
32 hem hoog verheffen als het volk bijeen is,
hem loven in de kring van de oudsten.
en gingen onder hun zonden gebukt,
18 ze gruwden van elk voedsel
en waren de poorten van de dood nabij.
19 Ze schreeuwden in hun angst tot de HEER –
hij heeft hen gered uit vele gevaren,
20 hij zond zijn woord en genas hen,
ontrukte hen aan het graf.
21 Laten zij de HEER loven om zijn trouw,
om zijn wonderen aan mensen verricht,
22 laten zij hem dankoffers brengen,
juichend zijn daden bezingen.
23 Soms daalden zij af naar zee,
gingen scheep en bevoeren het wijde water,
24 ze zagen de daden van de HEER,
zijn wonderen op de oceaan. 25 Hij sprak en ontketende storm,
hoog zweepte hij de golven op.
26 Zij stegen tot aan de hemel, vielen neer in de diepte,
hun maag keerde om van ellende,
27 ze tolden en tuimelden als dronkaards,
alle kennis baatte hun niets.
28 Ze riepen in hun angst tot de HEER –
hij leidde hen weg uit vele gevaren,
29 hij bracht de storm tot zwijgen,
de golven gingen liggen.
30 Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam,
hij bracht hen naar een veilige haven.
31 Laten zij de HEER loven om zijn trouw,
om zijn wonderen aan mensen verricht,
32 hem hoog verheffen als het volk bijeen is,
hem loven in de kring van de oudsten.
In
de Nieuwe Bijbelvertaling.
Liever
luisteren?
Karel
de Greef (1963)
uit
Ermelo op voorleesbijbel
Of ga
naar downloadbijbel
Psalmen is het 19e boek van het Oude Testament.
2e
brief aan de Korintiërs
De
2e Brief van Paulus aan de Korintiërs is het 8e boek van het
Nieuwe Testament. Paulus schreef aan de door hem gestichte gemeente
in Korinthe (Griekenland) rond het jaar 56. De brieven in het Nieuwe
Testament worden nl op lengte en niet op chronologische volgorde
geordend. NB Het is eigenlijk de 3e brief, de 2e z.g. 'tranenbrief'
verstuurd uit Efeze (Turkije) is verloren gegaan.
Mooi
vond ik weg met de menselijke maatstaf voor de nieuwe mens en
schepping. Benadrukt wordt nog eens dat Jezus dood aan het kruis een
zondeoffers is voor alle mensen en hun zonden.
2
Korintiërs 5:14-21
14
Wat ons drijft is de liefde van Christus, omdat we ervan overtuigd
zijn dat één mens voor alle mensen is gestorven,
waardoor alle mensen zijn gestorven, 15 en dat hij voor allen is
gestorven opdat de levenden niet langer voor zichzelf zouden leven,
maar voor hem die voor de levenden is gestorven en is opgewekt. 16
Daarom beoordelen we vanaf nu niemand meer volgens de maatstaven van
deze wereld; ook Christus niet, die we vroeger wel volgens die
maatstaven beoordeelden. 17 Daarom ook is iemand die één
met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het
nieuwe is gekomen. 18 Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons
door Christus met zich verzoend en ons de verkondiging daarover
toevertrouwd. 19 Het is God die door Christus de wereld met zich
heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet
aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening
toevertrouwd. 20 Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons
zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen. 21
God heeft hem die de zonde niet kende voor ons één
gemaakt met de zonde, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden
worden.
Liever
luisteren?
Janneke Bakker-Barkmeyer (1953)
uit Krimpen aan den IJssel op voorleesbijbel
Of ga
naar downloadbijbel
2 Korintiers is het 8e boek van het Nieuwe Testament.
MARCUS
Marcus
is het 2e boek van het Nieuwe Testament. Het is een van de vier
evangelies met de verhalen over het leven en sterven van Jezus. In de
evangelies komen verhalen soms meerdere malen voor, soms identiek
soms een beetje anders. Dit verhaal komt ook voor bij Mattheus
8:23-27 en Lucas 8:22-25 met vrijwel dezelfde tekst en strekking.
MARCUS
4:5-41
(Vijf)
confrontaties: geloof en ongeloof
35 Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ 36 Ze stuurden de menigte weg en namen hem mee in de boot waarin hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. 37 Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. 38 Maar hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten hem wakker en zeiden: ‘Meester, kan het u niet schelen dat we vergaan?’ 39 Toen hij wakker geworden was, sprak hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust. 40 Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet?’ 41 Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het meer hem gehoorzamen?’
35 Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ 36 Ze stuurden de menigte weg en namen hem mee in de boot waarin hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. 37 Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. 38 Maar hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten hem wakker en zeiden: ‘Meester, kan het u niet schelen dat we vergaan?’ 39 Toen hij wakker geworden was, sprak hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust. 40 Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet?’ 41 Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het meer hem gehoorzamen?’
In
de Nieuwe Bijbelvertaling.
Liever
luisteren?
Diet Zomer-Harwig (1956)
uit Krimpen aan den IJssel voorleesbijbel
Of ga
naar downloadbijbel
Marcus is het 2e boek van het Nieuwe Testament.
GEBED
Vast
onderdeel van de afsluiting van een kerkdienst is een gebed en het
(gezamenlijk) uitspreken van het 'Onze Vader' Het gebed dat Jezus
heeft geleerd. Deze keer uit
het verhalende gedicht over Job van John Piper:
The
Lord has made me drink
The cup of his severity
That he might kindly show to me
What I would be when only he
Remains in my calamity.
Unkindly he has kindly shown
That he was not my hope alone."
The cup of his severity
That he might kindly show to me
What I would be when only he
Remains in my calamity.
Unkindly he has kindly shown
That he was not my hope alone."
VOLGENDE
WEEK
1
juli 2012, 2e van de zomer. NB De
Katholieken tellen door in de Ordo Lectionum hier de 13 ''door het
jaar'' Missae (OLM) en de Evangelisch Luthersen tellen door met de 4e
na Trinitatis, drie-vuldigheid.
Jesaja
3:25-4:6
Psalm
119:9-16
(Psalm
30)
(2
Korintiërs 8:9-15)
Marcus
5:22-43
Gezang
52
Geen opmerkingen:
Een reactie posten