Welkom
bij Wat lezen we deze week!
Hier
vind je elke week de Bijbel teksten die een miljoen+ mensen lezen
en/of horen als ze naar de kerk gaan. Er is namelijk een leesrooster
waar -alleen al in Nederland- wel 1000 kerken aan meedoen. Hun
kerkgangers horen elke week
hetzelfde verhaal, maar natuurlijk wel anders 'gebracht' door de
dominee/priester.
Op
belangrijke (feest)dagen worden uiteraard de vaste, bijbehorende
Bijbelteksten gelezen, met kerst lezen we een van de versies van de
geboorte van Jezus, met Pasen over de wederopstanding en met
Pinksteren over de uitstorting
van de Heilige Geest. Het rooster wordt gemaakt voor 3 jaar, A, B en
C en om te voorkomen de kerken om de 3 jaar hetzelfde lezen wordt ook
een alternatief leesrooster gemaakt
PERIODE
2
februari
2014,
is de 4e
zondag van de Epifanie, de openbaring dat Jezus
Christus de zoon van God is. Het is ook Maria Lichtmis of de Opdracht
van de Heer in de tempel. Een mis naar het verhaal van Lukas
02:21-40 ofwel r21
Nadat de acht dagen voorbij waren en men Hem moest besnijden, ontving
Hij de naam Jezus, zoals Hij door de engel was genoemd voordat Hij in
de moederschoot werd ontvangen. 22 Toen de tijd aanbrak, waarop zij
volgens de Wet van Mozes gereinigd moesten worden, brachten zij het
kind naar Jeruzalem om het aan de Heer op te dragen, 23 volgens het
voorschrift van de Wet des Heren: 'Elke eerstgeborene van het
mannelijk geslacht moet aan de Heer
worden toegeheiligd', 24 en om volgens de bepaling van de Wet des
Heren een offer te brengen, namelijk een koppel tortels of twee jonge
duiven. Link
Heiligennet
Hierna komt het verhaal van Simeon en Hanah dat ik las op
12januari2014
De
Bach cantate voor Maria Lichtmis
is cantate 125 ''Mit
Fried und Freud ich fahr dahin”. Op
You Tube Uitgevoerd
door de Stichting Bachcantates Tilburg op 17dec12. De stichtng werkt
met een projectkoor en -orkest en oefent alleen op de dag van de
uitvoering (Scratchmethode). De Stichting doet elke 2 maanden een
uitvoering in de Heikese Kerk, Tilburg (25m10). Nb De laatste
uitvoering was 26jan14, meer op Bachcantates
Link
youtube
Zie ook Concerttips.
De
Bach cantate voor deze zondag
zijn ''Jesus
schläft, was soll ich hoffen?''
(BWV 81) en ''Wär
Gott nicht mit uns diese Zeit''
(Koraalcantate BWV 14). De
teksten horen bij Mattheüs 8:23-27 waarin Jezus de storm stilt.
Op
You Tube:
J.S. Bach (1685-1750) “Wär
Gott nicht mit uns diese Zeit” (BWV
14) uitgeboerd door het Monteverdi Choir en de English Baroque
Soloists onder leiding van John Eliot Gardiner. Solisten: Joanne
Lunn sopraan, Paul Agnew tenor en Peter Harvey bas.
Koor: Wär Gott nicht mit uns diese Zeit
Aria (sopraan): Unsre Stärke heißt zu schwach
Recitatief (tenor): Ja, hätt es Gott nur zugegeben
Aria (bss): Gott, bei deinem starken Schützen
Koraal: Gott Lob und Dank, der nicht zugab (18m). Link youtube
Koor: Wär Gott nicht mit uns diese Zeit
Aria (sopraan): Unsre Stärke heißt zu schwach
Recitatief (tenor): Ja, hätt es Gott nur zugegeben
Aria (bss): Gott, bei deinem starken Schützen
Koraal: Gott Lob und Dank, der nicht zugab (18m). Link youtube
Of
op dit blog op 29jan12
naar een aria uit "Jesus
schläft, was soll ich hoffen?"
(BWV 81) door de J. S. Bach-Stiftung en tenor: Bernhard Berchtold.
Uitvoering in de Evangelischen Kirche in Trogen, Zwitserland. (3m17)
De
tekst van de aria
Die schäumenden Wellen von Belials Bächen Verdoppeln die Wut. Ein Christ soll zwar wie Felsen stehn, Wenn Trübsalswinde um ihn gehn, Doch suchet die stürmende Flut Die Kräfte des Glaubens zu schwächen.
Die schäumenden Wellen von Belials Bächen Verdoppeln die Wut. Ein Christ soll zwar wie Felsen stehn, Wenn Trübsalswinde um ihn gehn, Doch suchet die stürmende Flut Die Kräfte des Glaubens zu schwächen.
De
complete tekst op webdocs.cs.ualberta.ca
Of
kijk op dit blog op 30jan11
naar J.S. Bach - Cantata "Wär
Gott nicht mit uns diese Zeit"
BWV 14 (1/2) Tekstschrijver onbekend, de tekst staat onder de video.
'Unsre
Stärke heißt zu schwach'
vanaf 5m42. Amsterdam Baroque Orchestra, dirigent Ton Koopman.
(10m08) In 2 delen.
Concert
tips
Deze
week wordt in twee kerke de traditionele Maria Lichtmis cantate 125
gezongen
''Mit
Fried und Freud ich fahr dahin”.
Zo2feb14
om
19.30 uur in de Geerteke, Geertebolwerk, Utrecht. Uitgevoerd door
Gerrit Maas en het koor en orkest voor de Bachcantatediensten Link
Utrechtse
Bachcantatediensten
Zo2feb14
om 17uur in de Nieuwe Kerk, Nieuwe Kerkhof, Groningen. Uitgevoerd
door Jelte Hulzebos en het Cantate Consort & Barokorkest Link
Nieuwe Kerk
TEKST(EN)
Op
het alternatief leesrooster staan deze
week geen teksten, en op het gewone leesrooster: Sefanja
2:3-3:9-13, Psalm 37:1-11, (1 Korinthiërs 1:18:31), Matteüs
5:1. Dat las ik op 30januari11
(zonder de brief aan de Korinthiërs). Het lied is
996 ''Om
eenvoudigen van geest'' bij
Matteüs 5:1. Toen
hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met
zijn leerlingen om zich heen. ''Het
lied ‘Om eenvoudigen van geest’ volgt de bijbeltekst,
maar maakt daarvan een gebed en zo wordt de zanger anders betrokken
bij de inhoud. Uiteindelijk bidden wij met de woorden van de laatste
regel van elke strofe om genezing van het kwaad, van bedrog, van
blindheid en van onszelf!''. Bron
toelichting op de gezangen.
Deborah in
Richteren
Ik
lees weer over een Bijbelse vrouw, het thema van het Alternatief
Leesrooster in de Advent, Deborah. Zij was een profetes uit het boek
Richteren vroeger Rechters. Haar
naam betekent “zoemende
honingbij”
of “woordse”.
Debora, getrouwd met Lappidot, leefde tussen 1200 en 1100 voor
Christus tijdens de heerschapij van de wrede koning Jabin van Kanaän.
Dat Jabin heerste over de Israelieten, was een straf van God
(Richters 4:1-4).
Het
verhaal van Deborah staat in Richteren, het 7e boek van het
Oude Testament. Het beschrijft de geschiedenis van Israel tijdens de
Richters, rechters tijdens vredige perioden en militair leiders in
onrustige tijden. Debora is de vierde richter over Israël en
sprak recht onder haar Deborapalm
tussen
de plaatsen Rama en Bethel (bekend door Jakob (sladder) in Genesis 12
en 13. Toen lag het in het gebied van de stam van Benjamin, later
Juda en nu de Westelijke Jordaan, Palestina. Bethel, nu Beitel,
ligt vlakbij Jeruzalem. Debora's verhaal staat 2 keer in Richteren:
in boekrol 4 in proza en in 5 als lied. Het vertelt over de
beslisssende strijd tussen Barak, Richter (militair) leider van de
Israelieten en koning Jabin.
Debora
profeteerde dat Barak met 10.000 man moest optrekken tegen Jabins
legeroverste Sisera
en zou winnen. Barak zei dat Debora dan wel met hem mee moest gaan.
Dat deed ze en profeteerde dat de eer van de overwinning niet naar
hem maar naar een vrouw zou gaan. Niet naar haar zoals wellicht nu
verwacht. Barak versloeg Sisera en deze vluchtte naar de tent van een
vermeende bondgenoot. Diens vrouw, Jaël, doodde Sisera door een
tentpin door zijn hoofd te slaan toen hij lag te slapen.
Jael was de echtgenote
van de Keniet Cheber, een militair bondgenoot van Sisera. In de
Joodse traditie was Jaël
een ger,
bekeerling
tot het jodendom. Bron:
Wikipedia/Debora
Kunst
tip: Deborah
de Profeet onder haar palm, in een ets van Marc
Chagall (Rusland 1887-1985 Parijs). Circa 1931-1939, afgedrukt 1939
in 100 gesigneerde en genummerde met de hand in gekleurde etsen en
295 in zwart en wit. Nu in Musée National Message Biblique
Marc Chagall (1977) en Marc
Chagall Druckgraphik
(Westfalisches Landesmuseum fur Kunst und Kulturgeschichte Münster,
1985) ZW Exemplaar te koop! $4500. (nr H. 327, S. 249). Links:
Spaightwoodgalleries/Chagall
Debora (zwart wit) met wat waterverf inkleuring Chagall-etching-deborah-the-prophetess
Kunst
tip2
De nogal gruwelijke moord op Sisera is uiteraard ook vaak verbeeld
o.a. door James Tissot (1836-1902, Franse kunstenaar) Circa 1896-1902
Gouache (dekkende waterverf) Nu in The Jewish Museum op 5th Avenue New
York, USA Link
Tissot
Jael & Sisera.
Richteren 4:1-23
1
Na de dood van Ehud deden de Israëlieten weer wat slecht is in
de ogen van de
HEER. 2 Daarom leverde de HEER hen uit aan koning Jabin van Kanaän,
die regeerde in Hasor. Diens legeraanvoerder heette Sisera; hij had
zijn legerkamp in Charoset-Haggojim. 3 Jabin beschikte over
negenhonderd ijzeren strijdwagens en heerste met harde hand over
Israël, wel twintig jaar lang. Daarom riepen de Israëlieten
de HEER te hulp.
4 In die tijd was een zekere Debora rechter over Israël. Deze Debora, de vrouw van Lappidot, was profetes. 5 Ze hield zitting onder de Deborapalm tussen Rama en Betel, in het bergland van Efraïm, en daar kwamen de Israëlieten haar hun rechtsgeschillen voorleggen. 6 Debora liet Barak, de zoon van Abinoam, afkomstig uit Kedes in Naftali, bij zich komen en zei tegen hem: ‘De HEER, de God van Israël, gebiedt u: “Trek met tienduizend man uit de stammen Naftali en Zebulon op naar de Tabor. 7 Dan zal ik Jabins legeraanvoerder Sisera met al zijn strijdwagens en soldaten laten optrekken tot in het dal van de Kison en hem aan je uitleveren.”’ 8 ‘Als u meegaat, zal ik gaan,’ antwoordde Barak, ‘maar als u niet meegaat, ga ik niet.’ 9 ‘Goed,’ zei Debora, ‘ik zal met u meegaan. Maar let wel, u zult geen eer behalen aan deze veldtocht, want de HEER zal Sisera uitleveren aan een vrouw.’ Zo besloot Debora met Barak mee te gaan op zijn veldtocht naar Kedes. 10 Barak riep de mannen van Zebulon en Naftali onder de wapenen en trok aan het hoofd van tienduizend man naar Kedes op. Debora ging met hem mee.
11 In de buurt van Kedes had een zekere Cheber zijn tenten opgeslagen bij de eik in Saänannim. Deze Cheber was een Keniet die zich had afgescheiden van zijn stamgenoten, nakomelingen van Mozes’ schoonvader Chobab.
12 Sisera kreeg bericht dat Barak de Tabor was opgegaan. 13 Daarom riep hij zijn soldaten onder de wapenen en trok met al zijn negenhonderd ijzeren strijdwagens en zijn hele leger vanuit Charoset-Haggojim op naar het dal van de Kison. 14 Debora spoorde Barak aan: ‘Vooruit! Vandaag levert de HEER Sisera aan u uit. Hij zal voor u uit gaan.’ Toen kwam Barak de Tabor af met tienduizend man achter zich aan. 15 Op het moment dat de manschappen van Sisera Barak zagen verschijnen, zaaide de HEER paniek onder hen en ontstond er grote verwarring. Sisera sprong van zijn wagen en maakte zich uit de voeten. 16 Barak achtervolgde de strijdwagens en de soldaten tot in Charoset-Haggojim. Alle soldaten van Sisera sneuvelden; niet een bleef er in leven.
17 Sisera vluchtte te voet naar de tent van Jaël, de vrouw van de Keniet Cheber, want hij wist dat er een bondgenootschap bestond tussen de familie van Cheber en koning Jabin van Hasor. 18 Jaël kwam hem tegemoet en zei: ‘Kom binnen, heer, kom binnen. Wees niet bevreesd.’ Hij ging bij haar de tent binnen en zij verborg hem onder een deken. 19 ‘Geef me wat water te drinken,’ vroeg hij, ‘ik heb zo’n dorst.’ Jaël opende een melkzak, gaf hem te drinken en dekte hem weer toe. 20 Toen zei hij: ‘Ga in de tentopening staan. Als er dan iemand komt vragen of er een man bij u is, moet u zeggen: “Nee, er is hier niemand.”’ 21 Jaël nam een tentpin en een hamer en sloop de tent binnen. Ze sloeg, terwijl hij daar uitgeput in slaap lag, de tentpin dwars door zijn hoofd de grond in, zodat hij stierf. 22 Op dat moment kwam Barak eraan, op jacht naar Sisera. Jaël ging hem tegemoet en zei: ‘Kom, ik zal u de man laten zien die u zoekt.’ Barak ging met haar naar binnen – en daar lag Sisera, dood, met de tentpin door zijn hoofd.
23 Zo bracht God koning Jabin van Kanaän in zijn strijd met de Israëlieten een zware nederlaag toe. 24 Daarna wist Israël koning Jabin steeds verder terug te dringen, totdat ze hem hadden vernietigd.
4 In die tijd was een zekere Debora rechter over Israël. Deze Debora, de vrouw van Lappidot, was profetes. 5 Ze hield zitting onder de Deborapalm tussen Rama en Betel, in het bergland van Efraïm, en daar kwamen de Israëlieten haar hun rechtsgeschillen voorleggen. 6 Debora liet Barak, de zoon van Abinoam, afkomstig uit Kedes in Naftali, bij zich komen en zei tegen hem: ‘De HEER, de God van Israël, gebiedt u: “Trek met tienduizend man uit de stammen Naftali en Zebulon op naar de Tabor. 7 Dan zal ik Jabins legeraanvoerder Sisera met al zijn strijdwagens en soldaten laten optrekken tot in het dal van de Kison en hem aan je uitleveren.”’ 8 ‘Als u meegaat, zal ik gaan,’ antwoordde Barak, ‘maar als u niet meegaat, ga ik niet.’ 9 ‘Goed,’ zei Debora, ‘ik zal met u meegaan. Maar let wel, u zult geen eer behalen aan deze veldtocht, want de HEER zal Sisera uitleveren aan een vrouw.’ Zo besloot Debora met Barak mee te gaan op zijn veldtocht naar Kedes. 10 Barak riep de mannen van Zebulon en Naftali onder de wapenen en trok aan het hoofd van tienduizend man naar Kedes op. Debora ging met hem mee.
11 In de buurt van Kedes had een zekere Cheber zijn tenten opgeslagen bij de eik in Saänannim. Deze Cheber was een Keniet die zich had afgescheiden van zijn stamgenoten, nakomelingen van Mozes’ schoonvader Chobab.
12 Sisera kreeg bericht dat Barak de Tabor was opgegaan. 13 Daarom riep hij zijn soldaten onder de wapenen en trok met al zijn negenhonderd ijzeren strijdwagens en zijn hele leger vanuit Charoset-Haggojim op naar het dal van de Kison. 14 Debora spoorde Barak aan: ‘Vooruit! Vandaag levert de HEER Sisera aan u uit. Hij zal voor u uit gaan.’ Toen kwam Barak de Tabor af met tienduizend man achter zich aan. 15 Op het moment dat de manschappen van Sisera Barak zagen verschijnen, zaaide de HEER paniek onder hen en ontstond er grote verwarring. Sisera sprong van zijn wagen en maakte zich uit de voeten. 16 Barak achtervolgde de strijdwagens en de soldaten tot in Charoset-Haggojim. Alle soldaten van Sisera sneuvelden; niet een bleef er in leven.
17 Sisera vluchtte te voet naar de tent van Jaël, de vrouw van de Keniet Cheber, want hij wist dat er een bondgenootschap bestond tussen de familie van Cheber en koning Jabin van Hasor. 18 Jaël kwam hem tegemoet en zei: ‘Kom binnen, heer, kom binnen. Wees niet bevreesd.’ Hij ging bij haar de tent binnen en zij verborg hem onder een deken. 19 ‘Geef me wat water te drinken,’ vroeg hij, ‘ik heb zo’n dorst.’ Jaël opende een melkzak, gaf hem te drinken en dekte hem weer toe. 20 Toen zei hij: ‘Ga in de tentopening staan. Als er dan iemand komt vragen of er een man bij u is, moet u zeggen: “Nee, er is hier niemand.”’ 21 Jaël nam een tentpin en een hamer en sloop de tent binnen. Ze sloeg, terwijl hij daar uitgeput in slaap lag, de tentpin dwars door zijn hoofd de grond in, zodat hij stierf. 22 Op dat moment kwam Barak eraan, op jacht naar Sisera. Jaël ging hem tegemoet en zei: ‘Kom, ik zal u de man laten zien die u zoekt.’ Barak ging met haar naar binnen – en daar lag Sisera, dood, met de tentpin door zijn hoofd.
23 Zo bracht God koning Jabin van Kanaän in zijn strijd met de Israëlieten een zware nederlaag toe. 24 Daarna wist Israël koning Jabin steeds verder terug te dringen, totdat ze hem hadden vernietigd.
Nieuwe
Bijbelvertaling. Link naar de tekst Richteren4
Liever
luisteren?
Bert
Jan van de Lagemaat & Leny Stehouwer op
voorleesbijbel
Of ga naar downloadbijbel
Richteren is het 7e boek van het Oude Testament.
Liever
live?
Omdat
het niet op het oecumenisch of alternatief leesrooster staat is er
weinig kans. In Synagoges werd het 11januari14 gelezen. Kijk op
churchatwork
voor een dienst bij u in de buurt.
Preek
van dominee Robert-Jan van Amstel voor de Gereformeerde Kerk
“Bethelkerk” in Barendrecht op 26
juli 2009.
In de prekenserie “De
Ongehoorde Bijbel”:
Jaël en Deborah. Als
we dus bladeren in Richteren, zoals vanmorgen, dan hebben we te maken
met profetische
geschiedschrijving. ... Het boeken Richteren in het grote raamwerk
van Jozua tot en met 2 Koningen gevolgd door de grote profeten
Jesaja, Jeremia en Ezechiël wil vertellen hoe je bevrijd en
bevrijdend kunt leven voor Gods Aangezicht. Leef jij, leeft u, leef
ik het Woord van God? Dat is een van de grote levensvragen van de
bijbe
Op
You Tube: In
het Engels, Biblical
women Deborah a Judge a prophetes.
Door Paul Mayne Rancho Cucamonga, California, United States.
Teachet at SaintPaulMinistries
(website offline) zie ook slideshare en You Tube Channel +300
uploads. (7m27) Link
youtube
GEBED
Vast
onderdeel van de afsluiting van een kerkdienst is een gebed en het
(gezamenlijk) uitspreken van het 'Onze
Vader'
Het gebed dat Jezus heeft geleerd in Mattheus 6:9-13. Deze keer kies
ik voor het loflied dat debora zingt met Barak in Richteren 5. Door
demeerdere Loof de Heer zinsneden en de slotregel is het ook een gebed 31
HEER, laat zo al uw vijanden ten onder gaan, en maak wie u liefhebben
onstuitbaar als de opgaande zon.’
Die
dag zongen Debora en Barak, de zoon van Abinoam, dit lied:
2 ‘Loof de HEER, omdat Israël zijn haren dreigend loswierp,loof de HEER, omdat Israël zich meldde voor de strijd. 3 Koningen en vorsten, luister en hoor toe hoe ik de HEER bezing, een lied zing voor de HEER, de God van Israël. 4 HEER, de aarde beefde toen u voortschreed vanuit Seïr; toen u optrok vanuit Edom stortte water uit de hemel en de wolken neer. 5 Voor de heerser van de Sinai wankelden de bergen, voor u, HEER, u, de God van Israël.
2 ‘Loof de HEER, omdat Israël zijn haren dreigend loswierp,loof de HEER, omdat Israël zich meldde voor de strijd. 3 Koningen en vorsten, luister en hoor toe hoe ik de HEER bezing, een lied zing voor de HEER, de God van Israël. 4 HEER, de aarde beefde toen u voortschreed vanuit Seïr; toen u optrok vanuit Edom stortte water uit de hemel en de wolken neer. 5 Voor de heerser van de Sinai wankelden de bergen, voor u, HEER, u, de God van Israël.
6
Onder Samgar, de zoon van Anat, in de tijd van Jaël, begaf geen
karavaan zich nog op weg. Wie toch op reis moest, nam de
kronkelpaden. 7 Aanvoerders ontbraken, het land kende geen leiding
totdat jij, Debora, kwam en Israël tot leidsvrouw werd. 8
Verkoos men andere goden, dan stond de vijand voor de poorten; ons
leger telde veertigduizend man, maar van schild of speer geen spoor.
9 Loof de HEER! Ik dank hen die niet aarzelden de strijders aan te voeren. 10 Reizigers, gezeten op gezadelde ezelinnen, en ook jullie die te voet moeten gaan, 11 overstem met je verhalen het geklets bij de bronnen en laat ieder bij het drenken zingen van de HEER die overwon, van de overwinning door zijn aanvoerders voor Israël behaald. Daar trok het volk van de HEER ten strijde, voorwaarts vanuit de steden. 12 Ga voorop, Debora, vuur ons aan en zing een lied! Barak, val aan! Grijp de vijand, jij zoon van Abinoam! 13 Daar trokken toen de ware aanvoerders ten strijde, het volk van de HEER trok met zijn helden op.
14 Uit Efraïm kwamen zij die in Amalek wonen en voegden zich bij jou en je verwanten, Benjamin. Uit Machir kwamen aanvoerders, uit Zebulon de leiders van het leger. 15 Uit Issachar sloten de vorsten zich bij Debora aan. Na Issachar kwam Barak; hij ging het volk voor in de vlakte. Maar de stam Ruben bleef steeds maar overleggen. 16 Wat hield je bij je schaapskooi en het fluitspel van je herders? Ruben bleef maar overleggen, 17 Gilead kwam de Jordaan niet over, Dan bleef bij zijn schepen, Aser bleef aan zee en verliet zijn havens niet, 18 maar Zebulon en Naftali waagden hun leven op de heuvels.
19 Daar kwamen de koningen, de stadsvorsten van Kanaän. Zij streden bij Taänach, bij Megiddo, aan de oever van de stroom, maar er viel voor hen geen zilver buit te maken. 20 De sterren aan de hemel streden mee tegen de vijand, zij hadden in hun baan zich tegen Sisera gekeerd. 21 Vorsten werden meegesleurd door het water van de Kison, de Kison, die aloude en snelstromende rivier. Ga voort, mijn ziel, ga voort! 22 Dreunend klonk de hoefslag van zijn wegstormende paarden, van zijn schitterende paarden, in onstuimige galop.
23 Vervloekt zij Meroz, dat de HEER geen hulp bood, vervloekt! – zo spreekt de engel van de HEER -, vervloekt zijn inwoners, zij sloten zich niet bij de helden aan. 24 Geloofd zij Jaël, de beste aller vrouwen, Jaël, de vrouw van Cheber, de Keniet. Was ooit een tent gezegend met een vrouw als zij? 25 Sisera vroeg om water en zij gaf hem melk te drinken, room bracht ze hem te drinken, in een rijk versierde schaal. 26 Met één hand vatte ze een tentpin, met de andere een hamer. Ze dreef de tentpin door zijn slaap, spleet met een hamerslag zijn hoofd. 27 Aan haar voeten viel hij neer, bezweek hij en bleef liggen. Aan haar voeten bezweek hij, daar viel hij neer. Waar hij bezweek, daar bleef hij liggen, verpletterend verslagen.
28 Aan haar venster stond zijn moeder, ze tuurde en ze klaagde: “Waar blijft zijn wagen toch? Klinkt het geratel van de wielen al?” 29 De wijste van haar vrouwen gaf haar antwoord en zei haar wat zij zelf reeds had bedacht: 30 “Wellicht zijn ze nog bezig om hun schatten te verdelen: elke man een meisje, of misschien wel twee. En voor Sisera gekleurde stoffen met borduursel, stoffen met borduursel waarmee hij zijn schatjes tooit.”
31 HEER, laat zo al uw vijanden ten onder gaan, en maak wie u liefhebben onstuitbaar als de opgaande zon.’
Preek over Richteren 5 door dominee Piet () op 27nov11 voor Hervormd Zuilen over Richteren 5 Het lied van Deborah. ''Vol
verwachting maakt Debora haar opwachting bij uitgeverij "Vroom en
deugdzaam". Het is al even geleden dat zij haar gedichtenbundel met de
titel "Totdat ik opstond" naar deze uitgeverij opstuurde en tegelijk
een afspraak maakte voor een gesprek. Zou ze een kans maken? Zou "Vroom
en deugdzaam" haar gedichten, haar liederenbundel willen uitgeven? Er een
markt voor zien?'' Link DomineePiet/LiedvanDebora
VOLGENDE
WEEK
9
februari 2014, 5e van de Epifanie
Jesaja
43:9-12
Psalm
112
(1
Korintiërs 2:15)
Matteüs
5:13
Ik las deze teksten op 6feb11, daarom lees ik voor aanstaande zondag over Dorcas uit Handelingen 9:36-41. Meer vrouwen in de Bijbel op Christiananswers women
Contact: Reactie en opmerkingen graag naar
watlezenwedezeweek
@ yahoo.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten